|
Geldt voor wagens met Audi adaptive cruise control
De gebieden van de radar- en ultrasoonsensoren alsmede de videocamera
afb.112► mogen niet door stickers, aanslag of iets dergelijks worden afgedekt, omdat deze de werking van de adaptive cruise control kunnen belemmeren. Aanwijzingen voor het schoonmaken link►.
Datzelfde geldt voor technische wijzigingen aan de voorkant.
In sommige rijsituaties is de werking van de adaptive cruise control beperkt:
- Voertuigen kunnen pas dan worden herkend, als deze in het herkenningsbereik van de sensoren zijn afb.►.
- Voorliggers vlak voor u, versprongen rijdende of voor u invoegende voorliggers kunnen door het systeem slechts beperkt worden herkend.
- Moeilijk herkenbare objecten zoals bijvoorbeeld voor u rijdende tweewielers, wagens met een grote bodemvrijheid of uitstekende lading worden vaak pas laat of niet herkend.
- Bij het rijden in bochten link►.
- Bij stilstaande voertuigen link►.
Let ook bij ingeschakelde adaptive cruise control altijd op het verkeer. Als bestuurder bent u altijd verantwoordelijk voor het wegrijden, uw eigen snelheid en de afstand tot andere voertuigen. De adaptive cruise control is een ondersteunend systeem. Om een botsing te voorkomen, moet de bestuurder altijd zelf ingrijpen. De verantwoordelijkheid voor het tijdig remmen ligt altijd bij de bestuurder.
- Om veiligheidsredenen mag de adaptive cruise control bij slecht wegdek en/of slechte weersomstandigheden (zoals gladheid, mist, grind, hevige regen en aquaplaning) niet worden gebruikt – gevaar voor ongevallen!
- Schakel de adaptive cruise control bij het rijden op opritten, afritten (tenzij de predictieve regeling is ingeschakeld) of bij wegwerkzaamheden tijdelijk uit. Daardoor voorkomt u dat de wagen ook in deze situaties naar de ingestelde snelheid accelereert.
- De adaptive cruise control remt niet zelfstandig, als u uw voet op het gaspedaal laat rusten. Dit laten rusten kan de snelheids- en afstandsregeling onderdrukken.
- Bij nadering van stilstaande obstakels, zoals bijvoorbeeld de staart van een file, reageert de adaptive cruise control met beperkte functionaliteit.
- De adaptive cruise control reageert niet op personen, dieren, kruisende of tegemoetkomende objecten.
- Reflecterende objecten, zoals vangrails of wanneer er een tunnel in wordt gereden, hevige regen en ijsvorming kunnen van invloed zijn op de werking van de radarsensoren.
VOORZICHTIG
Schokken of beschadigingen aan de bumper, wielkuip en onderkant van de wagen kunnen de sensoren verstellen. Daardoor kan de adaptive cruise control worden belemmerd. Laat de functionaliteit door een (Audi-)specialist controleren.