
Als het controlelampje brandt en de aanwijzing voor de bestuurder verschijnt, is de wagensleutel bij draaiende motor uit de wagen verwijderd. Als de wagensleutel niet meer in de wagen aanwezig is, kunt u het contact na het afzetten van de motor niet meer inschakelen en de motor ook niet meer starten. Bovendien kunt u de wagen niet van buitenaf vergrendelen.

Als het controlelampje brandt en de aanwijzing voor de bestuurder verschijnt, zijn de wagensleutel en smartphone bij draaiende motor uit de wagen verwijderd. Als de wagensleutel en smartphone niet meer in de wagen aanwezig zijn, kunt u het contact na het afzetten van de motor niet meer inschakelen en de motor ook niet meer starten. Bovendien kunt u de wagen niet van buitenaf vergrendelen.

Als het controlelampje brandt en de aanwijzing voor de bestuurder verschijnt, is er sprake van een storing link►.

Als het controlelampje brandt en de aanwijzing voor de bestuurder verschijnt, is er sprake van een storing link►.