|
|
Geldt voor wagens met alarmsysteem
Als het alarmsysteem onbevoegd binnendringen in de wagen herkent, worden akoestische en optische waarschuwingssignalen geactiveerd. Het alarmsysteem wordt bij het ver- en ontgrendelen van uw wagen automatisch in- resp. uitgeschakeld. Een geactiveerd alarm wordt na een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.
Alarm handmatig uitschakelen
Om het alarm uit te schakelen, drukt u op de knop
op de wagensleutel of schakelt u het contact in.
Afhankelijk van de wagenuitrusting kan het alarmsysteem uit de volgende componenten bestaan:
Inbraakbeveiliging
Het alarm wordt geactiveerd bij het openbreken van portieren, motorkap of achterklep en bij het openen van een portier wanneer de wagen middels de slotcilinder werd ontgrendeld.
Interieurbewaking/afsleepalarm*
Het alarm wordt geactiveerd bij bewegingen in het interieur (bv. van dieren) of een verandering in de hellingshoek van de wagen (bv. bij wagentransport).
U voorkomt ongewild alarm, door de interieurbewaking/het afsleepalarm te deactiveren.
Safelock1)
De wagen kan niet meer van binnenuit worden geopend. Hierdoor wordt het moeilijker om in te breken ►. Als herinnering aan Safelock* verschijnt na het uitschakelen van het contact op het scherm in het instrumentenpaneel de aanwijzing voor de bestuurder Let op Safelock. Zie instructieboekje.
Als u personen in de wagen achterlaat, moet u Safelock deactiveren.
Interieurbewaking/afsleepalarm en Safelock1) deactiveren
Om de interieurbewaking/het afsleepalarm en Safelock* te deactiveren, heeft u de volgende mogelijkheden:
Druk binnen 2 seconden een tweede keer op de knop
op de wagensleutel. Of
(Geldt voor wagens met comfortsleutel: ) Raak op de portiergreep de sensor binnen 2 seconden een tweede keer aan. Of
Draai de noodsleutel in het portierslot binnen 2 seconden een tweede keer in vergrendelingsstand. Of
(Geldt voor wagens met Audi connect sleutel/sleutelkaart: ) Druk vóór het vergrendelen op de knop
afb.26►.
Daarna brandt de led in de knop.
Als u zo uw wagen vergrendelt, zijn de interieurbewaking, het afsleepalarm en Safelock* tot de volgende ontgrendeling uitgeschakeld.
Bij van buitenaf vergrendelde wagen met ingeschakeld Safelock* mogen er geen personen - vooral geen kinderen - in de wagen achterblijven, omdat de portieren en ruiten van binnenuit niet meer kunnen worden geopend. Vergrendelde portieren maken het hulpverleners moeilijk om in geval van nood in de wagen te komen – levensgevaarlijk!
VOORZICHTIG
Als u Safelock* uitschakelt, worden de interieurbewaking en het afsleepalarm automatisch uitgeschakeld. Omgekeerd geldt dit ook. Uw wagen is niet volledig tegen inbraak beveiligd.
Let op
- De interieurbewaking/het afsleepalarm* werkt alleen dan foutloos, als de ruiten en het dak* zijn gesloten.
- Als u Safelock* uitschakelt en een slotgreep wordt aangetrokken, wordt het alarm geactiveerd.