Als het controlelampje
brandt, wordt de motor automatisch begrensd op het in het instrumentenpaneel aangegeven toerental. Hierdoor wordt de motor beschermd tegen oververhitting.
Zodra de motor zich niet meer in het kritieke temperatuurbereik bevindt en u het gaspedaal eenmaal heeft losgelaten, wordt de toerentalbegrenzing automatisch opgeheven.
Als de toerentalbegrenzing door een storing in de motorregeling is veroorzaakt, brandt daarnaast het controlelampje
. Let erop dat het toerental bijvoorbeeld bij het terugschakelen niet boven het weergegeven toerental komt. Rijd onmiddellijk naar een (Audi-)specialist en laat de storing verhelpen.