De krik* (wagengereedschap) op een stevige ondergrond plaatsen. Zo nodig een stabiele plaat met een groot oppervlak gebruiken. Bij een gladde ondergrond, zoals bv. een tegelvloer, een stroeve ondergrond (bv. een rubber mat) gebruiken ATTENTIE!.
Markering op de dorpel zoeken, die het dichtst bij het te verwisselen wiel ligt Afb. 1. Achter de markering bevindt zich op de dorpel het steunpunt voor de krik*.
Krik* onder het steunpunt op de dorpel omhoogdraaien tot de klauw -A- Afb. 2 onder de opstaande rand van de dorpel staat.
Krik* zo plaatsen, dat de klauw -A- de dorpelrand omvat en de grondplaat -B- plat op de grond ligt. Grondplaat -B- moet hierbij verticaal onder steunpunt -A- staan.
Krik* verder omhoogdraaien, tot het wiel iets van de grond loskomt.
- Zorg ervoor dat de krik* stabiel staat. Op een gladde of zachte ondergrond kan de krik* wegglijden of wegzakken - gevaar voor verwondingen!
- Breng uw wagen alleen met de af fabriek bijgeleverde krik* omhoog. Bij krikken van andere wagens kan uw wagen eraf glijden - gevaar voor verwondingen!
- De krik* alleen op de daarvoor bedoelde steunpunten op de dorpel plaatsen en richten. Anders kan de krik* bij onvoldoende grip onder de wagen wegglijden - gevaar voor verwondingen!
- Nooit de motor bij opgekrikte wagen starten - gevaar voor ongevallen!
- De wagen goed met passende steunbokken ondersteunen, indien onder de wagen moet worden gewerkt - gevaar voor verwondingen!