- Afb. 1 Bestuurdersportier: Achterklep ontgrendelen
- Afb. 2 Vergrendelingsknop in de achterklep
- Afb. 3 Handgreep in de achterklep
Geldt voor wagens: met elektrische achterklepbediening
De openingsstand kan afzonderlijk worden ingesteld.
Achterklep openen
Ten minste één seconde op de -knop van de sleutel met radiografische afstandsbediening drukken of
Ontgrendelingsknop in het bestuurdersportier Afb. 1 omhoogtrekken of
Op de handgreep in de achterklep drukken Afb. 3.
Achterklep sluiten
Openingsstand van de achterklep vastleggen
Achterklep in de gewenste openingsstand brengen. De stand kan pas vanaf een bepaalde hoogte worden opgeslagen.
Knop Afb. 2 gedurende ten minste vier seconden indrukken tot het knippersignaal om de gewenste openingsstand op te slaan.
Om een hogere openingsstand vast te leggen, 5 seconden wachten en de achterklep voorzichtig naar boven drukken.
Knop Afb. 2 opnieuw gedurende ten minste vier seconden indrukken om de gewenste openingsstand op te slaan.
Het openen wordt direct onderbroken, indien:
- u ten minste één seconde op de -knop van de sleutel met radiografische afstandsbediening drukt of
- u op de ontgrendelingsknop in het bestuurdersportier drukt of
- u op de vergrendelingsknop in de achterklep drukt of
- u op de handgreep in de achterklep drukt of
- zwaar bewegen of een obstakel de handeling blokkeert.
Door herhaaldelijk indrukken van één van de knoppen wordt het openen gestopt of voortgezet. Door opnieuw op de vergrendelingsknop of de greep te drukken sluit of stopt resp. opent of stopt de achterklep ATTENTIE!.
Het sluiten wordt direct onderbroken, indien:
- u op de vergrendelingsknop in de achterklep drukt of
- u op de handgreep in de achterklep drukt of
- de klep zwaar beweegt of een obstakel de handeling blokkeert.
Door opnieuw op de vergrendelingsknop of de greep te drukken sluit of stopt resp. opent of stopt de achterklep ATTENTIE!.
Het automatisch openen en sluiten van de achterklep kan met de hand worden gestopt. In deze toestand kan de klep handmatig worden geopend. Door op de klep te drukken wordt het automatisch sluiten gestart.
- Nooit achteloos of zonder controle de achterklep sluiten. Hierdoor kunt u zichzelf of andere personen ondanks de sluitkrachtbegrenzing ernstig verwonden.
- Verzeker u ervan dat niemand zich in de buurt van de achterklep bevindt, in het bijzonder in de buurt van de scharnieren en de bovenste en onderste rand van de achterklep - gevaar voor verwondingen door knellen!
- Nooit met een op een kier staande of zelfs open achterklep rijden, omdat anders uitlaatgassen in het interieur kunnen binnendringen - gevaar voor vergiftiging!
- Als er op de achterklep een bagagedrager is gemonteerd en zich hier bijvoorbeeld fietsen op bevinden, dan is het mogelijk dat de achterklep niet helemaal opengaat resp. dat de geopende achterklep door het extra gewicht vanzelf zakt. Daarom moet de achterklep na het openen extra worden ondersteund of moet vóór het openen van de achterklep de lading van de bagagedrager worden verwijderd – gevaar voor verwondingen!
Aanwijzing
- Bij aanhangwagengebruik* is het automatisch openen alleen via de handgreep in de achterklep mogelijk.
- Bij een zwakke accu kan de achterklep met de hand worden bediend. Hiervoor is meer krachtinspanning nodig. De klep langzaam bewegen, zo is minder krachtinspanning nodig.
- Bij vergrendelde wagen kunt u de achterklep apart ontgrendelen door op de knop van de sleutel met radiografische afstandsbediening te drukken. Als u de achterklep weer sluit, wordt deze automatisch vergrendeld.