- Afb. 1 Handgreep in de achterklep
- Afb. 2 Sleutel met radiografische afstandsbediening: Knoppenbezetting
- Afb. 3 Bestuurdersportier: Achterklep ontgrendelen
De bestuurder kan in het infotainment vastleggen welke portieren met de centrale vergrendeling worden ontgrendeld.
Kies: functietoets CAR > Centrale vergrendeling. Of
Kies de functietoets CAR > keuzetoets Car systemen* > Wageninstellingen > (Centrale vergrendeling)*.
Eénportierontgrendeling/Portierontgrendeling - U kunt vastleggen, welke portieren bij het ontgrendelen moeten worden ontgrendeld.
- Als u uit/alle kiest en de knop op de sleutel met radiografische afstandsbediening indrukt, wordt de gehele wagen ontgrendeld.
- Als u aan/Bestuurder kiest en de knop op de sleutel met radiografische afstandsbediening eenmaal indrukt, wordt alleen het bestuurdersportier ontgrendeld. Bij wagens met comfortsleutel* wordt alleen het portier ontgrendeld, waarvan u de portiergreep vastpakt. Als u de knop tweemaal indrukt, wordt de gehele wagen ontgrendeld. Als u de knop indrukt, wordt altijd de gehele wagen vergrendeld.
Achterklep/Achterklepgreep blokkeren - Als u aan kiest, kan de achterklep niet met de handgreep Afb. 1 worden geopend. De achterklep kan in dit geval met de knop op de sleutel met radiografische afstandsbediening Afb. 2 of met de knop in het bestuurdersportier* Afb. 3 worden geopend.
Spiegels inklappen* - als u aan kiest, klappen de buitenspiegels automatisch in, als u op de knop op de sleutel met radiografische afstandsbediening drukt Link.
Bevestigingstoon/Vergrendelingstoon1) - als u aan kiest, klinkt er bij het vergrendelen van de wagen een akoestisch signaal.
1) Deze functie is niet in alle landen beschikbaar.