Geldt voor wagens: met automatische airco
- Afb.1 Dashboard: Plaatsing van de luchtroosters
Uit welke roosters de lucht moet stromen, wordt bepaald door de luchtverdeling.
Luchtroosters -2- en -3-
Aan het kartelwieltje aan de zijkant draaien om de luchtroosters te openen en te sluiten.
Het betreffende rooster in de gewenste richting bewegen om de richting van de naar buiten stromende lucht in te stellen. De uitstroomrichting van de luchtroosters kan horizontaal en verticaal worden ingesteld.
De luchtroosters worden afhankelijk van de gekozen stand automatisch of handmatig aangestuurd. Uit de luchtroosters stroomt verwarmde of niet-verwarmde frisse lucht of koellucht.
Aanwijzing
Als de airconditioning wordt gebruikt in de koelfunctie, stroomt de lucht overwegend uit luchtroosters -2- en -3-. Deze luchtroosters nooit helemaal sluiten, opdat er voldoende koeling ontstaat.