Doppen van de wielbouten zo nodig weer aanbrengen.
Wagengereedschap op zijn plaats opbergen.
Indien het verwisselde wiel niet in de uitsparing voor het reservewiel past, het veilig in de bagageruimte opbergen Link.
Bandenspanning van het geplaatste wiel zo snel mogelijk controleren.
Bij wagens met bandenspanningscontrolesysteem de bandenspanning corrigeren en in het infotainment opslaan Link.
Het aantrekmoment van de wielbouten moet 120 Nm bedragen. Laat u dit zo snel mogelijk met een momentsleutel controleren. Tot die tijd voorzichtig rijden.
Het defecte wiel zo snel mogelijk laten vervangen.
Aanwijzing
Zodra u rijdt, schakelt de functie voor het omhoogbrengen van de wagen* uit.