Het bandenspanningscontrolesysteem controleert tijdens het rijden de bandenspanning van de vier wielen.
Het systeem werkt met behulp van sensoren, die in de band spanning en temperatuur meten. De gegevens van deze sensoren worden via radiografische signalen naar het regelapparaat gestuurd.
Het bandenspanningscontrolesysteem laat de actuele spanningen en temperaturen van de wielen in het infotainment zien Link. Het vergelijkt bovendien de actuele bandenspanningen met de opgeslagen bandenspanningen en waarschuwt u in het bestuurdersinformatiesysteem, als de bandenspanning afwijkt Link.
Het systeem herkent niet of de opgeslagen bandenspanningen overeenkomen met de aanbevolen bandenspanningswaarden.
- Bij elke wijziging in de bandenspanningen, bijvoorbeeld bij verandering van de belading van uw wagen,
- na het verwisselen van een wiel of
- als wielen met nieuwe wielsensoren worden gebruikt,
moet u de bandenspanningen opnieuw opslaan Link.
- Het bandenspanningscontrolesysteem ondersteunt de bestuurder bij de controle van de bandenspanningen. De bestuurder blijft echter altijd verantwoordelijk voor de juiste bandenspanning.
- De bandenspanning in geen geval corrigeren bij verhoogde bandentemperatuur. Dit kan tot zware beschadiging van de banden en zelfs tot een klapband leiden - gevaar voor ongevallen!
- Een band met te lage bandenspanning heeft te maken met grotere vervorming. Hierdoor wordt de band te warm. Dit kan tot het loslaten van het loopvlak en zelfs tot een klapband leiden - gevaar voor ongevallen!
- Het bandenspanningscontrolesysteem waarschuwt u niet voor beschadigingen of gebreken in de bandconstructie, die bijvoorbeeld een klapband tot gevolg zouden kunnen hebben. Onderwerp uw banden regelmatig aan een visuele controle.
Milieuaanwijzing
Te lage bandenspanning verhoogt het brandstofverbruik en de bandenslijtage.
Aanwijzing
- De bandenspanning van het reservewiel* wordt niet bewaakt.
- Als banden moeten worden vervangen, mogen de sensoren en ventielen niet worden losgemaakt of vervangen, maar mag alleen het ventielinzetstuk worden vernieuwd en indien nodig moet het ventiel en de wielelektronica worden vervangen. Raadpleeg bij vragen uw (Audi-)specialist.
- Na gebruik van de bandenreparatieset* kan er een verkeerde weergave van resp. storing in het bandenspanningscontrolesysteem ontstaan. De sensoren door een (Audi-)specialist laten vervangen.