Met de geheugenfunctie kunnen persoonlijke zitprofielen voor de bestuurder, bijrijder alsmede voor de buitenste zitplaatsen achterin* snel en makkelijk worden opgeslagen en weer opgeroepen. De geheugenfunctie wordt via de sleutel met radiografische afstandsbediening en de geheugentoetsen in het bestuurders-/bijrijdersportier en in de achterportieren* bediend.
Telkens als de wagen wordt vergrendeld, wordt het zitprofiel van de bestuurder opnieuw opgeslagen en aan de sleutel met radiografische afstandsbediening toegekend. Het zitprofiel wordt bij het openen van het portier automatisch opgeroepen. Als twee personen een wagen gebruiken, is het daarom aan te bevelen dat iedere persoon altijd een „eigen“ sleutel gebruikt.
Via de geheugentoetsen in het bestuurders-/bijrijdersportier kunnen elk twee zitprofielen, in de achterportieren* kan één zitprofiel worden opgeslagen. Eenmaal opgeslagen, zijn deze zitprofielen altijd oproepbaar.
De volgende instellingen worden opgeslagen:
(A)
(B) Sleutel met radiografische afstandsbediening
(C) Geheugentoets
(D)
(E) Bestuurder
(F) Bestuurder
(G) Bijrijder
(H) Buitenste zitplaatsen achterin*
(B) Sleutel met radiografische afstandsbediening
(C) Geheugentoets
(D)
(E) Bestuurder
(F) Bestuurder
(G) Bijrijder
(H) Buitenste zitplaatsen achterin*
(A) |
(B) |
(C) | ||
---|---|---|---|---|
(D) |
(E) |
(F) |
(G) |
(H) |
Stoel |
X |
X |
X |
X |
Hoofdsteun |
X |
X |
X |
|
Stuurwiel* |
X |
X |
||
Veiligheidsgordel* |
X |
X |
X |
|
Beide buitenspiegels* |
X |
X |
In de achterportieren* zitten twee extra toetsen, waarmee twee vooraf opgeslagen zitprofielen kunnen worden opgeroepen Link.