- Afb. 1 Deel van het bestuurdersportier: Bedieningselementen
Geldt voor wagens: met elektrisch bedienbare kindersloten
De kindersloten voorkomen dat de achterportieren van binnenuit kunnen worden geopend.
Om het kinderslot voor het betreffende achterportier in te schakelen, drukt u op de linker- of rechterknop in het bestuurdersportier Afb. 1. De led in de knop gaat branden.
Om het kinderslot voor het betreffende achterportier uit te schakelen, drukt u op de linker-/rechterknop in het bestuurdersportier. De led in de knop gaat uit.
De volgende functies zijn uitgeschakeld:
- de slotgreep aan de binnenzijde in het betreffende achterportier,
- de ruitbedieningsschakelaar in het betreffende achterportier,
- de schakelaars voor het rolgordijn* voor de achterruit,
- de schakelaars voor de elektrisch bedienbare rolgordijnen* voor de zijruiten.
- de schakelaar voor de bijrijdersstoelverstelling* (wanneer de rechterknop wordt ingedrukt).
Om de kindersloten aan beide zijden in te schakelen, moet u de -knoppen na elkaar indrukken.
Als u de wagen - al is het slechts tijdelijk - verlaat, in elk geval de contactsleutel meenemen. Dit geldt in het bijzonder, als kinderen in de wagen blijven. Zij zouden anders de motor kunnen starten of elektrische uitrustingen (bv. elektrische ruitbediening) kunnen bedienen - gevaar voor ongevallen!