|
Geldt voor wagens: met multifunctiestuurwiel
Met het multifunctiestuurwiel kunt u verschillende MMI-functies en het bestuurdersinformatiesysteem bedienen, het volume regelen en het spraakbedieningssysteem* in- en uitschakelen.
Voorwaarde: het contact en de MMI zijn ingeschakeld ►Link.
-1- Bedieningsprincipe van het bestuurdersinformatiesysteem
Het bestuurdersinformatiesysteem heeft meerdere tabbladen -A-, waarin verschillende informatie -B- wordt weergegeven.
- Tabbladen wisselen: toets naar links of rechts drukken.
- Functie kiezen: linkermenuwieltje op de gewenste functie draaien.
- Keuze bevestigen: linkermenuwieltje indrukken.
- Snel scrollen in lijsten: linkermenuwieltje snel draaien.
- Submenu weergeven of verlaten: toets indrukken.
Afhankelijk van de wagenuitrusting zijn de volgende tabbladen beschikbaar:
-2- Programmeerbare stuurwieltoets
- Functie openen: op het multifunctiestuurwiel de toets indrukken.
- Functie wijzigen: kies in de MMI de toets MENU > Car > keuzetoets Car systemen* > Wageninstellingen > Toewijzing stuurtoets.
-3- Volume instellen
Het volume van een audiobron of een systeemaanwijzing (bv. bij het spraakbedieningssysteem) kan direct tijdens de weergave gewijzigd worden.
- Harder of zachter: rechtermenuwieltje omhoog- of omlaagdraaien.
- Geluid onderdrukken of pauze: rechtermenuwieltje omlaagdraaien. Of: rechtermenuwieltje indrukken.
- Geluidsonderdrukking of pauze opheffen: rechtermenuwieltje omhoogdraaien. Of: rechtermenuwieltje indrukken.
-4- Spraakbedieningssysteem in- en uitschakelen
- Inschakelen: op het multifunctiestuurwiel kort op de toets drukken. Na de Beep het gewenste commando uitspreken.
- Uitschakelen: toets lang ingedrukt houden. Of: het commando Annuleren uitspreken.
Meer informatie over het spraakbedieningssysteem vindt u op ►Link.
-5- Navigatiemelding bij actieve routegeleiding*
- Laatste navigatiemelding herhalen: toets indrukken.
- Volume van de navigatiemelding wijzigen: rechtermenuwieltje tijdens de navigatiemelding omhoog- of omlaagdraaien.
1) Het tweede tabblad is alleen zichtbaar, als ten minste één controlelampje of één aanwijzing voor de bestuurder wordt weergegeven resp. het betreffende systeem is ingeschakeld.