- Afb.1 Wiel verwisselen: Binnenzeskant voor het draaien van de bouten
- Afb.2 Wiel verwisselen: Montagepen in het bovenste gat
Voor het verwijderen of monteren van het wiel de volgende stappen
uitvoeren.
Nadat u de bouten enigszins hebt losgedraaid en de wagen met de
krik* hebt opgekrikt, het wiel als volgt
verwisselen:
Wiel verwijderen
Die wielbout die het hoogst
zit, met de binnenzeskant
in de schroevendraaiergreep (wagengereedschap) volledig eruit
draaien en op een schone ondergrond leggen
Afb.1.
Montagepen (wagengereedschap)
met de hand in de vrijgekomen boring vastdraaien
Afb.2.1).
Overige wielbouten zoals boven beschreven eruit draaien.
Wiel verwijderen
Voorzichtig!.
De montagepen blijft daarbij in de boring.
Wiel plaatsen
Reservewiel over de montagepen schuiven
Voorzichtig!.
Wielbouten plaatsen en met de binnenzeskant
iets vastdraaien.
Montagepen eruit draaien en de overgebleven wielbout eveneens
iets vastdraaien.
Noodzakelijke werkzaamheden na verwisselen van een wiel uitvoeren
Link.
De wielbouten moeten schoon zijn en gemakkelijk draaien. Contactvlakken
tussen wiel en naaf controleren. Verontreinigingen op deze vlakken
verwijderen alvorens het wiel te plaatsen.
De binnenzeskant in de schroevendraaiergreep vergemakkelijkt het
plaatsen van de wielbouten. Hierbij moet de omkeerbare punt eruit
zijn getrokken.
Let op de draairichting als u draairichtinggebonden
banden plaatst
Link.
Bij het verwijderen/plaatsen van het wiel kan de velg tegen de remschijf/keramiek-remschijf*
slaan en deze beschadigen. Daarom voorzichtig te werk gaan en u
door een tweede persoon laten assisteren.
Aanwijzing
Binnenzeskant van de schroevendraaiergreep niet gebruiken om de
wielbouten los of vast te draaien.
1) Geldt voor wagens met keramische remschijven*:
een tweede montagepen* (opgeborgen in het
kunststof deel voor het wagengereedschap) gebruiken, analoog aan de
beschrijving van de eerste montagepen, voor de onderste boring.