Gebruiksaanwijzing AUDI A7 V. 2010
 Audi A7 Sportback   Bediening   Parkeerhulp  Inparkeersysteem
Geldt voor wagens: met inparkeersysteem
Het inparkeersysteem helpt de bestuurder bij het in- en uitparkeren.
Het inparkeersysteem helpt u een geschikte parkeerplek te vinden, bij het fileparkeren en achteruit inparkeren en bij het uitparkeren na fileparkeren. De parkeerruimte kan zich tussen twee wagens of achter een wagen bevinden. De bestuurder parkeert zoals gebruikelijk, het inparkeersysteem neemt de stuurbeweging over. De sensoren van het inparkeersysteem zitten aan de zijkant van de voor- en achterbumper.
Een onderdeel van het inparkeersysteem is de parkeerhulp plus Link resp. de parkeerhulp plus met achteruitrijcamera Link, die u tijdens het inparkeren ondersteunt.
Wij raden u aan, het in- en uitparkeren met het inparkeersysteem op een rustige plek te oefenen, om met het systeem vertrouwd te raken. Er moet daarbij sprake zijn van goede licht- en weersomstandigheden.
ATTENTIE!
Voor het inparkeersysteem gelden bepaalde systeembeperkingen. Het kan de oplettendheid van de bestuurder niet vervangen. De verantwoordelijkheid voor het in- en uitparkeren ligt bij de bestuurder.
  • Sensoren hebben dode hoeken waarin obstakels niet kunnen worden waargenomen. Let met name op kleine kinderen en dieren, omdat deze niet altijd door de sensoren worden herkend - gevaar voor ongevallen!
  • Houd er rekening mee dat bepaalde oppervlakken of kleding van personen door het systeem onder omstandigheden niet herkend kunnen worden. Controleer daarom altijd de omgeving van de wagen.
  • Houd er rekening mee dat externe geluidsbronnen, hevige regen of rookontwikkeling een storende invloed kunnen hebben op het inparkeersysteem en de parkeerhulp en onder ongunstige omstandigheden voorwerpen of personen niet door de parkeerhulp worden herkend.
  • De wagen zwenkt tijdens het in- en uitparkeren uit in de richting van het tegemoetkomend verkeer. Let erop dat u andere verkeersdeelnemers niet in gevaar brengt.
  • De bestuurder moet bepalen of een weergegeven parkeerruimte geschikt is voor de wagen.
  • Bij het in- en uitparkeren met behulp van het inparkeersysteem maakt het stuurwiel zelfstandig snelle draaibewegingen. Wanneer daarbij in de spaken van het stuurwiel wordt gegrepen, kunnen verwondingen het gevolg zijn.
Voorzichtig!
  • Bij korte parkeerruimtes klinkt de permanente toon bij een afstand van 20 cm. Niet verder naar voren of achteren rijden!
  • Voorwerpen als aanhangerdissels, dunne stangen, hekwerken, palen en bomen worden in bepaalde omstandigheden niet door de sensoren herkend en kunnen tot beschadiging van de wagen leiden.
  • Houd er rekening mee dat oppervlakken resp. structuren van bepaalde voorwerpen, zoals bijvoorbeeld draadgaashekken, poedersneeuw enz., onder bepaalde omstandigheden niet door het systeem worden herkend. Controleer daarom voor het in- en uitparkeren de omgeving op voldoende vrije ruimte.
  • Kleine obstakels die reeds zijn gemeld door een waarschuwing, kunnen bij het naderen uit het meetbereik van het systeem verdwijnen en daarom niet meer worden gemeld. Als de waarschuwing van de parkeerhulp wordt genegeerd kan ernstige schade aan de wagen en aan andere zaken ontstaan. Hetzelfde geldt voor het inparkeersysteem, bijvoorbeeld bij het parkeren achter een vrachtwagen. Houdt u daarom tijdens het inparkeren de vrije ruimte vóór en achter uw wagen in de gaten en grijp tijdig in.
  • Aanwijzingen voor het schoonmaken van de sensoren Link.
  • Het inparkeersysteem leidt de wagen zo nodig over de stoep heen of de stoep op, bijvoorbeeld als andere wagens op de stoep parkeren. Let erop dat de velgen en banden van uw wagen niet worden beschadigd en grijp tijdig in.
Aanwijzing
  • Het elektronische stabiliseringsprogramma (ESP) moet voor het inparkeren altijd zijn ingeschakeld Link.
  • Het parkeren in nauwe bochten is niet mogelijk met ondersteuning van het inparkeersysteem.
  • Voor een optimale werking van de parkeerhulp en het inparkeersysteem moeten de sensoren schoon, sneeuw- en ijsvrij worden gehouden Link.
  • Als na het vervangen van een wiel het inparkeerresultaat afwijkt van het gebruikelijke, moet u het systeem door een (Audi-)specialist laten aanpassen.
  • Het inparkeren met behulp van het inparkeersysteem is bij aangekoppelde aanhangwagen en in het stopcontact voor de aanhangwagen gestoken steker niet mogelijk.

Alle afbeeldingen, logo's en teksten zijn eigendom van Audi ©. Deze website heeft geen relatie met het bedrijf Volkswagen - Audi Spanje of een van haar dochterondernemingen ter wereld. Meer informatie. Om contact op te nemen met de auteur van deze website, klik hier.