U kunt de sfeerverlichting inschakelen en de helderheid in verschillende delen van de wagen (zones) instellen.
Sfeerverlichting inschakelen
In de MMI de functietoets CAR > keuzetoets (Car)* Systemen > Wageninstellingen > Sfeerverlichting > Aan kiezen.
Helderheid instellen/uitschakelen
In de MMI de functietoets CAR > keuzetoets (Car)* Systemen > Wageninstellingen > Sfeerverlichting > Helderheid kiezen.
Draai-drukknop op het gewenste deel van de wagen draaien en indrukken. De weergegeven balk laat de ingestelde helderheid zien.
Om de helderheid te verhogen of verlagen,draait u de draai-drukknop en drukt u deze in.
De sfeerverlichting brandt, als deze in de MMI is ingeschakeld en u bij ingeschakeld contact het dimlicht inschakelt.
Helderheid instellen
U kunt de helderheid voor de vier zones Voor boven, Voor beneden, Achter boven en Achter beneden of voor Alle zones gelijktijdig instellen.
Aanwijzing
De instellingen worden automatisch opgeslagen en aan de gebruikte sleutel met radiografische afstandsbediening toegekend.