- Afb. 1 Middenconsole: Knop voor inparkeersysteem
Geldt voor wagens: met inparkeersysteem
De bestuurder draagt de verantwoordelijkheid voor het uitparkeren.
Wanneer de wagen werd filegeparkeerd, kunt u met behulp van het inparkeersysteem ook weer uitparkeren.
Motor starten.
Knop indrukken Afb. 1.
Wachten tot op het display in het instrumentenpaneel de aanwijzing voor de bestuurder Om uit te parkeren achteruitversnelling en knipperlicht inschakelen verschijnt.
Betreffende knipperlicht inschakelen.
Achteruitversnelling inschakelen.
Handen van het stuurwiel nemen.
Houd de rijweg goed in de gaten. Wanneer de verkeerssituatie het toelaat, gedoseerd gas geven ATTENTIE!, Voorzichtig!.
Volg de optische aanwijzingen op het display Link en de akoestische waarschuwingstonen, tot het uitparkeren is beëindigd.
Het uitparkeren is afgesloten als geen verdere corrigerende bewegingen meer nodig zijn. Stuur overnemen.
Het inparkeersysteem stuurt automatisch uit de parkeerruimte terwijl de bestuurder de pedalen bedient. De maximale uitparkeersnelheid bedraagt 5 km/h. Bij een te hoge snelheid en als u in het sturen ingrijpt, schakelt het inparkeersysteem automatisch uit. Om weer met het inparkeersysteem uit te parkeren, moet u de procedure van begin af aan herhalen.