- Afb. 1 A6 allroad: Infotainment: drive select
Geldt voor wagens: met adaptive air suspension
Om over bijvoorbeeld hoge stoepranden te rijden, kunt u uw wagen tijdelijk verhogen.
Wagen verhogen
Kies in het infotainment de functietoets CAR > keuzetoets Verhogen.
A6: wacht tot de pijlen op het scherm van het infotainment niet meer knipperen en de wagen zijn eindstand heeft bereikt.
A6 allroad: wacht tot de segmenten op het scherm van het infotainment niet meer knipperen en de wagen zijn eindstand heeft bereikt.
Wagen verlagen
Om de wagen weer te verlagen, kiest u in het infotainment de functietoets CAR > keuzetoets Verlagen
A6: wacht tot de pijlen op het scherm van het infotainment niet meer knipperen en de wagen weer verlaagd is.
A6 allroad: wacht tot de segmenten op het scherm van het infotainment niet meer knipperen en de wagen weer verlaagd is.
Voorzichtig!
- A6: houd er rekening mee dat uw wagen ook in verhoogde toestand niet geschikt is voor terreinritten. De bodemvrijheid is hiervoor te gering.
- A6: De verhoogde wagen wordt bij een snelheid vanaf 100 km/h automatisch verlaagd.
- A6 allroad: de gekozen functie Verhogen wordt bij een snelheid vanaf ongeveer 35 km/h verlaten en de wagen wordt weer automatisch verlaagd.
Aanwijzing
Voor de A6 allroad geldt het volgende:
- Het actuele wagenniveau wordt in het infotainmentsysteem door gevulde segmenten weergegeven Afb. 1. Is het segment wit -1- resp. knipperen de segmenten, dan wordt de wagen verhoogd resp. verlaagd. Is alleen het onderste segment gevuld, dan bevindt de wagen zich op het laagste niveau (kleinste bodemvrijheid). Zijn alle segmenten gevuld, dan bevindt de wagen zich op het hoogste niveau (grootste bodemvrijheid).
- Zodra u Verhogen kiest, wordt de wagen naar het hoogste niveau verhoogd en wordt bovendien de modus allroad gekozen.
- Om de wagen zo nodig weer te verlagen, kiest u Verlagen en zo nodig een andere modus dan allroad.