De wagenafstelling is in elke modus afhankelijk van de uitrusting. In elk geval zijn daarbij echter motor, versnellingsbak, stuurinrichting, reversibele gordelspanners, airconditioning en adaptive air suspension* betrokken.
Motor en automatische versnellingsbak
Motor en automatische versnellingsbak reageren afhankelijk van de modus spontaner of evenwichtiger op bewegingen van het gaspedaal. In de sportlieve modus dynamic liggen de schakelpunten in hogere toerentalbereiken. In de modus efficiency* daarentegen liggen de schakelpunten (automatische versnellingsbakken) juist in lagere toerentalbereiken. Daardoor kan het brandstofverbruik worden gereduceerd.
adaptive air suspension (luchtvering)*
De adaptive air suspension* is een elektronisch geregeld luchtveer- en dempingssysteem. Het wordt ingesteld afhankelijk van de gekozen modus, van stuurbewegingen, rem- en acceleratie-ingrepen van de bestuurder alsmede van het wegdek, de rijsnelheid en de belading van de wagen.
De bodemvrijheid van de wagen hangt af van de ingestelde modus en de snelheid. Als u in de modus auto of efficiency* langer dan 30 seconden harder dan ongeveer 120 km/h rijdt, wordt automatisch het snelwegniveau ingesteld.
A6 allroad: als de wagen zich in de modus allroad bevindt, is de bodemvrijheid duidelijk verhoogd. Vanaf een snelheid van ongeveer 80 km/h resp. 120 km/h wordt de bodemvrijheid in stappen verlaagd. Bij verlagen van de snelheid wordt de bodemvrijheid weer automatisch verhoogd.
Stuurinrichting
De stuurinrichting kan wat betreft stuurbekrachtiging worden aangepast. Op lange snelwegritten is een lichte indirecte besturing zoals in de modus comfort zeer prettig. In de dynamische modus is de besturing sportief direct.
Bij wagens met dynamische stuurbekrachtiging* geldt bovendien het volgende: om de stuurinspanning voor de bestuurder altijd zo optimaal mogelijk te houden, wordt de stuuroverbrenging afhankelijk van de rijsnelheid aangepast. Zo is bij hogere snelheden een lagere gevoeligheid van de stuurinrichting ingesteld om de controle over de wagen te verbeteren. Bij lagere snelheden reageert de stuurinrichting directer om bijvoorbeeld bij het manoeuvreren de stuurinspanning voor de bestuurder zo gering mogelijk te houden. Daarnaast biedt de dynamische stuurbekrachtiging* bij lage en gemiddelde snelheden een soepel stuurgedrag.
Sportdifferentieel*
Als onderdeel van de 4-wielaandrijving (quattro®) Link verdeelt het sportdifferentieel de aandrijfkrachten situatieafhankelijk over de achteras. De krachtverdeling varieert afhankelijk van de gekozen modus van evenwichtig (comfort) tot sportief (dynamic). Zo wordt een grote mate van wendbaarheid en acceleratievermogen bij het rijden van bochten verkregen. De wagen reageert zeer goed op stuurbewegingen.
Bochtenverlichting*
De bochtenverlichting past zich bij een snelheid tussen 10 km/h en 110 km/h aan het verloop van de bocht aan. Het zwenkgedrag en de verlichting worden ook aan de modus aangepast.
Airconditioning
De airconditioning werkt in de modus efficiency* bijzonder zuinig.
Snelheidsregelsysteem*
Het acceleratiegedrag is in de modus efficiency* bijzonder zuinig.
adaptive cruise control*
Het acceleratiegedrag is afhankelijk van de Audi drive select-modus instelbaar van comfortabel tot sportief. Ook reageert de adaptive cruise control evenwichtiger of spontaner op het rijgedrag van de voorligger. In de modus efficiency* wordt een zuiniger afstelling gekozen.
Motorgeluid*
De klank van de motor wordt aan de gekozen modus aangepast en is beschaafd tot sportief.
Voorzichtig!
- Let er bij het parkeren op dat boven en onder de wagen voldoende vrije ruimte is. Door temperatuurwisselingen, wijziging van de beladingstoestand en wijzigingen van de rijmodi kan de wagenhoogte (bodemvrijheid!) van de stilstaande wagen veranderen.
- De riemen die bij het transport op een vrachtwagen, trein, schip of een ander vervoersmiddel worden gebruikt om de wagen te bevestigen, mogen alleen over de loopvlakken van de wielen (omtrek) lopen! De bevestigingsriemen mogen niet worden vastgemaakt aan onderdelen van de as, aan veerpoten of aan sleepogen, omdat de druk in de luchtveren tijdens het transport kan veranderen. In dat geval kan niet worden gegarandeerd dat de wagen goed vaststaat.
Aanwijzing
- Bij sommige type-uitvoeringen wordt de topsnelheid van de wagen alleen bereikt in de rijmodi auto en dynamic.
- Bij keuze van de modus dynamic wordt automatisch de rijstand S ingeschakeld, in de modus efficiency* de rijstand E.
- Bij wagens met dynamische stuurbekrachtiging* is een bedrijfsgeluid waarneembaar als u de motor start/afzet. Dit is geen reden, u ongerust te maken.
-
Let erop, dat bij aanhangwagengebruik
- de modus efficiency* niet beschikbaar is.
- het sportdifferentieel* in de modus dynamic niet sportief maar agile staat.