- Afb. 1 Bluetooth-symbool
Geldt voor wagens: met autotelefoon of mobiele-telefoonvoorbereiding
U kunt via Bluetooth zowel mobiele telefoons en de bedieningshoorn* als ook de Bluetooth-audioplayer met de MMI verbinden.
Functietoets TEL indrukken.
Keuzetoets Instellingen indrukken.
Draai-drukknop op Bluetooth draaien en indrukken. Op het MMI-scherm verschijnt het menu Bluetooth Afb. 1.
Bluetooth in- en uitschakelen
De Bluetooth-functie van de MMI kan worden in- en uitgeschakeld (Aan/Uit). Bij ingeschakelde functie (Aan) verschijnt het Bluetooth-symbool -1- Afb. 1 op het MMI-scherm.
Voor anderen zichtbaar
De zichtbaarheid van de MMI in de mobiele telefoon resp. de bedieningshoorn* of in de Bluetooth-audioplayer wordt in-/uitgeschakeld. Bij de instelling auto is de MMI bij stilstaande wagen en ingestoken contactsleutel ongeveer vijf minuten zichtbaar voor mobiele telefoons resp. voor de bedieningshoorn* of een Bluetooth-audioplayer. Daarna wordt de zichtbaarheid uitgeschakeld. Bij uitgeschakelde zichtbaarheid kan er desondanks een Bluetooth-verbinding met reeds gekoppelde mobiele telefoons of spelers tot stand worden gebracht. Om de autotelefoon voor anderen onzichtbaar te maken, moet de functie na het koppelen uitgeschakeld worden.
Wanneer via een gekoppelde Bluetooth-audioplayer audiobestanden worden weergegeven, wordt de zichtbaarheid van de MMI automatisch uitgeschakeld, omdat de weergave anders gestoord zou kunnen worden.
Bluetooth-audioplayer
Om de Bluetooth-audioplayer als bron in de mediafunctie te kunnen kiezen
Link , moet de functie Bluetooth-audioplayer ingeschakeld zijn (Aan). Om storingen in de telefoonfunctie te voorkomen, de functie Bluetooth-audioplayer uitschakelen, wanneer u de Bluetooth-audioplayer niet gebruikt.
Bluetooth-apparaten zoeken
Bluetooth-apparaten binnen het bereik worden gezocht en weergegeven.
Gekoppelde Bluetooth-apparaten
Met de MMI gekoppelde Bluetooth-apparaten worden weergegeven. Het actief verbonden Bluetooth-apparaat is met het Bluetooth-symbool gemarkeerd.
Om gekoppelde Bluetooth-apparaten afzonderlijk te wissen, het apparaat kiezen en via de functie BT-apparaat wissen wissen.
Om bij verbonden mobiele telefoons te wisselen tussen het sim access-profiel (Autotelefoon) en het handsfree-profiel (Handsfree) of naar het Audioplayer-profiel, bij stilstaande wagen het Bluetooth-apparaat kiezen en het profiel wijzigen via de functie Verbinden. Via de functie Verbreken kan de verbinding met het verbonden Bluetooth-apparaat verbroken worden.
Bekende Bluetooth-apparaten
Maximaal 50 reeds bekende apparaten worden vermeld. Deze Bluetooth-apparaten kunnen eventueel bij een poging tot koppelen niet meer binnen bereik zijn.
Bluetooth-naam
De naam van het wagen-basisstation van uw autotelefoon (bv. „AUDI MMI 2613“) wordt weergegeven en kan gewijzigd worden.
Externe Bluetooth-apparaten wissen
Alle gekoppelde Bluetooth-apparaten kunnen door te bevestigen met Ja gewist worden. Een gekoppelde bedieningshoorn* (bv. „AUDI BTHS“) moet afzonderlijk worden gewist.
Aanwijzing
- Er kunnen meerdere mobiele telefoons met de MMI worden gekoppeld, waarbij slechts één mobiele telefoon actief met de MMI verbonden kan zijn.
- Bij het opnieuw verbinden van een reeds met de MMI gekoppeld Bluetooth-apparaat wordt eerst het laatste actieve Bluetooth-profiel (Autotelefoon, Handsfree of Audioplayer) aangeboden.