Het verwisselen van een wiel bestaat uit de volgende stappen.
Functie voor het omhoogbrengen van de wagen* Link inschakelen.
Wielbouten iets losdraaien Link.
Wagen met de krik* opkrikken Link.
Wagen laten zakken.
Wielbouten met de wielsleutel kruiselings vastdraaien Link.
Naafdop weer plaatsen.
De functie voor het omhoogbrengen van de wagen* in de MMI uitschakelen met de functietoets CAR > keuzetoets (Car)* Systemen > Service & controle > Luchtv.: Wiel verwis. > Uit.
Bij een snelheid boven de 10 km/h wordt de functie voor het omhoogbrengen van de wagen* automatisch uitgeschakeld.