Behouden van goede startomstandigheden heeft eerste prioriteit.
Op korte afstanden, in het stadsverkeer en in koude jaargetijden wordt veel van de accu gevergd. Er is veel elektrische energie nodig, maar er wordt maar weinig opgewekt. Het is ook kritiek als de motor niet draait en elektrische verbruikers zijn ingeschakeld. In dit geval wordt energie verbruikt, maar niet opgewekt.
Vooral in deze situaties zal u opvallen dat het energiemanagementsysteem de energieverdeling actief regelt.
As de wagen langer stilstaat
Als u uw wagen gedurende enkele dagen of weken niet gebruikt, krijgen de elektrische verbruikers één voor één minder energie of worden zelfs uitgeschakeld. Hierdoor wordt het energieverbruik verminderd en de goede startomstandigheden gedurende langere tijd behouden. Enkele comfortfuncties, zoals bv. de binnenverlichting of de elektrische stoelverstelling, zijn onder bepaalde omstandigheden niet beschikbaar. De comfortfuncties zijn weer beschikbaar als u het contact inschakelt en de motor start.
Bij afgezette motor
Als u bijvoorbeeld naar de radio luistert of de MMI gebruikt terwijl de motor is afgezet, wordt de accu ontladen.
Als door het energieverbruik het startvermogen in gevaar komt, verschijnt op het MMI-scherm de volgende waarschuwingstekst:
Motor starten, anders schakelt het systeem binnenkort uit.
Deze waarschuwingstekst geeft aan dat het systeem over drie minuten automatisch zal worden uitgeschakeld. Als u verder gebruik wilt maken van de functies, moet u de motor starten.
Bij draaiende motor
Hoewel tijdens het rijden elektrische energie wordt opgewekt, kan de accu ontladen. Dit gebeurt vooral wanneer weinig energie wordt opgewekt en veel wordt verbruikt terwijl de ladingstoestand van de accu niet optimaal is.
Om de energiehuishouding weer in evenwicht te krijgen, krijgen verbruikers die bijzonder veel energie verbruiken tijdelijk minder energie of worden zelfs uitgeschakeld. Vooral verwarmingssystemen gebruiken veel energie. Als u constateert dat bijvoorbeeld de stoelverwarming* of achterruitverwarming niet verwarmt, krijgt deze tijdelijk minder energie of is deze uitgeschakeld. De systemen zijn weer beschikbaar zodra de energiehuishouding weer in evenwicht is.
Bovendien zult u vaststellen dat het stationair toerental zo nodig licht wordt verhoogd. Dit is normaal en geen reden tot ongerustheid. Door het verhogen van het stationaire toerental wordt de meer benodigde energie opgewekt en de accu opgeladen.