Kinderzitjes met het opschrift universeel op het oranje label mogen met de veiligheidsgordel op de zitplaatsen worden bevestigd, die in de tabel met een u gemarkeerd zijn.1)
De in de tabel met een B gemarkeerde zitplaatsen zijn alleen voor de in het instructieboekje aanbevolen Audi kinderzitjes vanaf Link geschikt.
| Gewichtsgroep |
Bijrijdersstoel |
Zitplaatsen op de achterbank | ||
|---|---|---|---|---|
| Standaardstoel |
Multicontourstoel* | |||
| Groep 0:
t/m 10 kg |
u |
B |
u | |
| Groep 0+
t/m 13 kg |
u |
B |
u | |
| Groep 1
9 tot 18 kg |
u |
B |
u | |
| Groep 2
15 tot 25 kg |
u |
B |
u | |
| Groep 3
22 tot 36 kg |
u |
B |
u | |
Om een zo goed mogelijk verloop van de gordel te verkrijgen, moet bij gebruik van een kinderzitje op de bijrijdersstoel de rugleuning zo ver mogelijk naar voren gezet en aan het kinderzitje aangepast worden. Bovendien moet de stoel in de hoogste stand worden gezet.
Bij naar achteren gerichte kinderzitjes op de bijrijdersstoel moet de bijrijdersairbag buiten werking gesteld* worden.
ATTENTIE!
Kinderen moeten tijdens het rijden met een bij de lichaamslengte, het lichaamsgewicht en de leeftijd passend veiligheidssysteem in de wagen worden vastgegespt.
- Nooit een kinderzitje op de bijrijdersstoel bevestigen, waarin het kind met de rug naar het dashboard zit, terwijl de bijrijdersairbag in paraatheid is - levensgevaarlijk! Mocht het in uitzonderingsgevallen nodig zijn om een kind op de bijrijdersstoel te vervoeren, stel dan de bijrijdersairbag buiten werking* Link.
- Lees in elk geval de informatie en waarschuwingsaanwijzingen voor het gebruik van de kinderzitjes ATTENTIE! en de montageaanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje.
1) Volgens EG-richtlijn 77/541