Geldt voor wagens: met inparkeersysteem
Het inparkeersysteem helpt de bestuurder bij het in- en uitparkeren.
Het inparkeersysteem helpt u een geschikte parkeerplek te vinden,
bij het fileparkeren en haaks op de rijbaan inparkeren en bij het
uitparkeren na fileparkeren. De parkeerruimte kan zich tussen twee
wagens of achter een wagen bevinden. De bestuurder parkeert zoals
gebruikelijk, het inparkeersysteem neemt de stuurbeweging over.
De sensoren van het inparkeersysteem zitten aan de zijkant van de
voor- en achterbumper.
De sensoren mogen niet door stickers, aanslag of iets dergelijks
worden afgedekt, omdat deze de werking van het systeem kunnen belemmeren.
Aanwijzingen voor reiniging
Link.
Een onderdeel van het inparkeersysteem is de parkeerhulp plus
Link
resp. de parkeerhulp plus met achteruitrijcamera
Link, die u tijdens het inparkeren ondersteunt.
Bij korte parkeerruimtes klinkt de permanente toon van de parkeerhulp
bij een afstand van 20 cm. Niet verder naar voren of achteren rijden!
- Let op de waarschuwingsaanwijzingen ATTENTIE!.
- De wagen zwenkt tijdens het in- en uitparkeren uit in de richting van het tegemoetkomend verkeer. Let erop dat u andere verkeersdeelnemers niet in gevaar brengt.
- De bestuurder moet bepalen of een weergegeven parkeerruimte geschikt is voor de wagen.
- Bij het in- en uitparkeren met behulp van het inparkeersysteem maakt het stuurwiel zelfstandig snelle draaibewegingen. Wanneer daarbij in de spaken van het stuurwiel wordt gegrepen, kunnen verwondingen het gevolg zijn.
- Let op de waarschuwingsaanwijzingen Voorzichtig!.
- Het inparkeersysteem leidt de wagen zo nodig over de stoep heen of de stoep op, bijvoorbeeld als andere wagens op de stoep parkeren. Let erop dat de banden en de velgen van uw wagen niet worden beschadigd. Neem het stuurwiel bijtijds over.
- Bepaalde ondergronden, zoals bijvoorbeeld grind, sneeuw of ijs kunnen ertoe leiden dat het parkeerresultaat niet zo is als u gewend bent.
Aanwijzing
- Tijdens het inparkeren mag het elektronische stabiliseringsprogramma (ESP) niet zijn uitgeschakeld Link.
- Het parkeren in nauwe bochten is niet mogelijk met ondersteuning van het inparkeersysteem.
- Als na het vervangen van een wiel het inparkeerresultaat afwijkt van het gebruikelijke, moet u het systeem door een (Audi-)specialist laten aanpassen.
- Het inparkeren met behulp van het inparkeersysteem is bij aangekoppelde aanhangwagen en in het stopcontact voor de aanhangwagen gestoken steker niet mogelijk.