- Afb.1 Keuzehendelvergrendeling
Geldt voor wagens: met multitronic
De keuzehendelvergrendeling voorkomt dat per ongeluk een rijstand wordt ingeschakeld en de wagen daarbij onbedoeld in beweging komt.
De keuzehendelvergrendeling wordt als volgt uitgeschakeld:
Contact inschakelen.
Rempedaal intrappen en tegelijkertijd de grendelknop ingedrukt houden.
Automatische keuzehendelvergrendeling
De keuzehendel is in de standen P en N bij ingeschakeld contact vergrendeld. Om de keuzehendel uit deze standen te nemen het rempedaal intrappen. Als herinnering voor de bestuurder verschijnt in de keuzehendelstanden P en N op het display in het instrumentenpaneel de volgende aanwijzing voor de bestuurder:
Bij het inschakelen van een rijstand bij stilstand: rempedaal intrappen
De keuzehendelvergrendeling werkt alleen bij stilstaande wagen en bij snelheden tot 5 km/h. Bij hogere snelheden wordt de vergrendeling in stand N automatisch uitgeschakeld.
Bij snel schakelen via stand N (bijvoorbeeld van R naar D of S) wordt de keuzehendel niet vergrendeld. Hierdoor wordt bijvoorbeeld het „losschommelen“ bij vastgereden wagen mogelijk. Als de hendel bij niet-ingetrapt rempedaal langer dan ongeveer 1 seconde in stand N staat, wordt de keuzehendel vergrendeld.
Grendelknop
De grendelknop in de keuzehendelgreep voorkomt het per ongeluk inschakelen van bepaalde keuzehendelstanden. Als u de grendelknop indrukt, wordt de keuzehendelvergrendeling opgeheven. In de afbeelding zijn de standen waarin de grendelknop moet worden ingedrukt, met een kleur aangegeven Afb.1.