Gebruiksaanwijzing AUDI A6 AVANT
 Audi A6 Avant    Bediening    Rijden  Elektronische parkeerrem
Met ingeschakelde wegrijhulp wordt de wagen bij stilstand en bij het wegrijden automatisch tegen wegrollen beveiligd.
Voorwaarde: het bestuurdersportier is gesloten, de veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgegespt en de motor is gestart.
Wegrijhulp inschakelen
Om de wegrijhulp in te schakelen knop -B- Afb.1 indrukken. De led in de knop brandt.
Wegrijhulp uitschakelen
Om de wegrijhulp uit te schakelen, drukt u de knop -B- in. De led in de knop gaat uit.
Als u op knop -B- drukt, terwijl de wagen door de wegrijhulp wordt stilgehouden, wordt de functie automatisch overgenomen door de elektronische parkeerrem . De functie wordt niet overgenomen, indien u gelijktijdig de voetrem intrapt.
Wanneer u het bestuurdersportier opent, de gordel losmaakt of de motor afzet, wordt de wegrijhulp automatisch uitgeschakeld. Als dit gebeurt terwijl het groene controlelampje brandt, wordt de parkeerrem automatisch ingeschakeld om de wagen veilig te parkeren.
De wegrijhulp ondersteunt de bestuurder, indien de wagen bij draaiende motor veelvuldig of lang op de plaats moet worden stilgehouden, bijvoorbeeld op een helling, voor een stoplicht of in langzaamrijdend en stilstaand verkeer. Als u de wagen met ingeschakelde wegrijhulp stilhoudt, hoeft deze niet door voortdurend intrappen van het rempedaal tegen onbedoeld wegrollen te worden beveiligd. Nadat de stilstand is herkend, neemt de wegrijhulp het stilhouden van de wagen over. Dit wordt met het groene controlelampje in het instrumentenpaneel weergegeven. De bestuurder kan het rempedaal loslaten.
De rem wordt automatisch losgezet en de wagen begint te rijden, als de bestuurder zoals gewoonlijk wegrijdt.
Als tijdens stilstaan van de wagen één van de voorwaarden voor de wegrijhulp verandert, wordt de parkeerrem automatisch ingeschakeld om de wagen veilig te parkeren. De wegrijhulp schakelt uit en de led in de knop gaat uit.
ATTENTIE!
De intelligente techniek van de wegrijhulp kan de natuurkundig bepaalde grenzen niet overwinnen. Het aangeboden hogere comfort van de wegrijhulp mag geen aanleiding zijn tot het nemen van grotere risico's!
  • De wegrijhulp kan niet in alle gevallen de wagen op een helling stilhouden (bijvoorbeeld op een gladde of bevroren ondergrond).
  • De wegrijhulp moet elke keer nadat de motor wordt gestart opnieuw worden ingeschakeld - gevaar voor ongevallen!
  • Nooit bij ingeschakelde wegrijhulp en draaiende motor de wagen verlaten - gevaar voor ongevallen!
  • Let er altijd op dat u de wagen correct en veilig stilzet om schade aan uzelf en anderen te voorkomen.
Voorzichtig!
Schakel de wegrijhulp uit, voordat u met de wagen een wasstraat inrijdt.
Aanwijzing
  • De wegrijhulp kan alleen worden ingeschakeld, als het bestuurdersportier is gesloten, de bestuurder de gordel heeft omgegespt en de motor is gestart.
  • Automatische versnellingsbak: als u bij ingeschakelde wegrijhulp de voet van het rempedaal neemt, onderdrukt de wegrijhulp het „kruipen“ van de wagen.
  • Na langere periode van stilstand van de wagen kan de werking van de wegrijhulp aan de parkeerrem worden overgedragen. Dit herkent u doordat in het instrumentenpaneel het groene controlelampje in een rood controlelampje verandert.

Alle afbeeldingen, logo's en teksten zijn eigendom van Audi ©. Deze website heeft geen relatie met het bedrijf Volkswagen - Audi Spanje of een van haar dochterondernemingen ter wereld. Meer informatie. Om contact op te nemen met de auteur van deze website, klik hier.