|
- Afb. 1 Middenconsole: Handmatig schakelen met de keuzehendel
- Afb. 2 Stuurwiel: Handmatig schakelen met de peddels*
Geldt voor wagens met automatische versnellingsbak
tiptronic maakt het de bestuurder mogelijk om de versnellingen ook handmatig te schakelen.
Met de keuzehendel schakelen
U kunt zowel bij stilstand als tijdens het rijden naar de tiptronic-functie schakelen.
Om naar de tiptronic-functie te schakelen, de keuzehendel vanuit stand D of S naar rechts drukken. Zodra de versnellingsbak is omgeschakeld, wordt op het display in het instrumentenpaneel de rijstand M weergegeven.
Keuzehendel naar voren -+- Afb. 1 drukken om op te schakelen.
Keuzehendel naar achteren -–- drukken om terug te schakelen.
Met de peddels* schakelen
U kunt de peddels in de rijstanden D/S of M bedienen.
Om een versnelling op te schakelen, drukt u op de peddel -+- Afb. 2.
Om een versnelling terug te schakelen, drukt u op de peddel -–-.
Als u in de rijstand D of S kort geen peddel bedient, schakelt de versnellingsbakregeling terug naar de automatische regeling. Om permanent handmatig met de peddels te schakelen, de keuzehendel vanuit stand D of S naar rechts drukken.
De versnellingsbak schakelt vóór het bereiken van een kritisch motortoerental automatisch op resp. terug.
Geldt voor RS-uitvoering: de versnellingsbak schakelt kort vóór het bereiken van het maximaal toegestane motortoerental niet automatisch naar de volgende hogere versnelling.
De versnellingsbak staat handmatig schakelen alleen toe, als het motortoerental binnen het toegestane toerentalgebied ligt.