- Afb. 1 Instrumentenpaneel: Motor afgezet (stopfase)
Geldt voor wagens: met start-stopsysteem
Wagens met schakelbak:
Bij wagenstilstand in vrijloop schakelen en het koppelingspedaal loslaten. De motor wordt afgezet. Op het dispay in het instrumentenpaneel verschijnt het controlelampje , op de boordcomputer* bovendien .
Als u het koppelingspedaal intrapt, start de motor weer. Het controlelampje gaat uit.
Wagens met automatische versnellingsbak
De wagen tot stilstand afremmen en het rempedaal ingetrapt houden. De motor wordt afgezet. Op het dispay in het instrumentenpaneel verschijnt het controlelampje , op de boordcomputer* bovendien .
Als u de voet van het rempedaal neemt, start de motor weer. Het controlelampje gaat uit.
Meer informatie over de automatische versnellingsbak
De motor wordt in de keuzehendelstanden P, D/S en N alsmede in de handmatige stand afgezet. In rijstand P blijft de motor ook afgezet, als u de voet van het rempedaal neemt. De motor start pas weer, als u in een andere rijstand schakelt en de rem loslaat.
Als u tijdens een stopfase in stand R schakelt, start de motor weer.
U moet snel van D of S naar P schakelen, om een ongewenste motorstart bij het schakelen via R te voorkomen.
U kunt zelf regelen of de motor wordt afgezet of niet, door de remkracht te verlagen of te verhogen. Als u de rem bijvoorbeeld in het langzaamrijdend en stilstaand verkeer of bij het afslaan slechts licht intrapt, wordt bij stilstaan van de wagen geen stopfase gestart. Zodra u harder op de rem trapt, wordt de motor afgezet.
Aanwijzing
- Tijdens een stopfase het rempedaal intrappen om de wagen tegen wegrollen te beveiligen.
- Als u tijdens een stopfase de START ENGINE STOP*-knop indrukt, wordt het contact uitgeschakeld.
- Als de motor „abrupt afslaat“, kunt u de motor direct weer starten als u meteen het koppelingspedaal intrapt.
- Bij enkele type-uitvoeringen wijkt de weergave op het display enigszins af.