- Afb. 1 Middenconsole: Schakelaar voor bediening cabrioletkap
Contact inschakelen.
Om de cabrioletkap te openen of te sluiten, aan de schakelaar trekken of deze indrukken en deze gedurende de hele procedure in de gekozen stand vasthouden.
Het controlelampje brandt,
- als de cabrioletkap geopend resp. gesloten wordt, of
- als de cabrioletkap niet volledig is geopend of gesloten.
De cabrioletkap is volledig geopend resp. gesloten, als het controlelampje in het instrumentenpaneel uitgaat.
Als de cabrioletkap niet kan worden geopend resp. gesloten Link, knippert het controlelampje .
- Controleer vóór het bedienen van de cabrioletkap of invloeden van buitenaf (bv. wind) de werking van de kap niet beïnvloeden en dat andere verkeersdeelnemers er geen last van hebben.
- Nooit met een niet goed vergrendelde cabrioletkap rijden. Anders bestaat het gevaar dat de cabrioletkap door de rijwind wordt geopend. Dit kan verwondingen en beschadiging van de wagen tot gevolg hebben - gevaar voor ongevallen!
- Let er bij het het openen en sluiten van de cabrioletkap op dat er geen personen door het kapframe van de cabrioletkap en andere bewegende onderdelen gewond raken.
- Bij het openen en sluiten van de cabrioletkap wordt de hoofdruimte achterin beperkt. Zorg ervoor dat de inzittenden achterin voldoende afstand tot de cabrioletkap houden - gevaar voor verwondingen!
- Bij het bedienen van de cabrioletkap wordt het zicht naar achteren beperkt, daarom dient u te voorkomen dat u de cabrioletkap tijdens het achteruitrijden bedient.
Voorzichtig!
-
Om schade aan de cabrioletkap te voorkomen,
- geen voorwerpen in de opbergruimte leggen.
- altijd erop letten dat er voldoende ruimte boven de wagen is als u de cabrioletkap opent of sluit.
- Om beschadigingen te voorkomen, erop letten, dat er zich geen kwetsbare voorwerpen in het zwenkbereik van de variabele opbergruimte voor de cabrioletkap bevinden.
Aanwijzing
- Om de accu niet onnodig te ontladen, mag de cabrioletkap bij stilstaande motor niet meerdere keren achter elkaar worden geopend en gesloten.
- Als er sprake is van een storing in de cabrioletkap, wordt een aanwijzing voor de bestuurder op het display in het instrumentenpaneel weergegeven Link.
- Als er een storing is opgetreden kan de cabrioletkap tijdelijk handmatig worden bediend Link. De oorzaak van de storing moet direct door een (Audi-)specialist worden vastgesteld en verholpen.
- Als de wagen met geopende cabrioletkap wordt geparkeerd, is het interieur niet tegen weersinvloeden en toegang door onbevoegden beschermd. Achtergebleven voorwerpen in de bagageruimte opbergen. Cabrioletkap vóór het verlaten van de wagen sluiten.
- De zijruiten zakken bij het openen en sluiten van de cabrioletkap automatisch een stukje.