|
Geldt voor wagens met aardgasmotor
De meter
Afbeelding109► werkt alleen bij ingeschakeld contact. Als de meter de reservemarkering bereikt, brandt er een rode led. Als de aardgasvoorraad zeer gering is, knippert de rode led.
Als het aardgas op de reservehoeveelheid na is verbruikt, verschijnt op het display in het instrumentenpaneel de aanwijzing voor de bestuurder CNG tanken a.u.b..
Als beide brandstofsoorten (aardgas en benzine) tot aan de reservehoeveelheid zijn verbruikt, verschijnt op het display in het instrumentenpaneel een gecombineerde weergave met de aanwijzing voor de bestuurder Tanken a.u.b. en het controlelampje
link►.
Daarnaast wordt de actieradius van de brandstofvoorraad weergegeven.
De inhoud van de brandstoftanks van uw wagen staat vermeld in de technische gegevens link►.
VOORZICHTIG
Nooit de benzinetank helemaal leegrijden.
- Benzine bijtanken, als er een overeenkomstige aanwijzing voor de bestuurder op het display van het instrumentenpaneel verschijnt - gevaar voor motorschade!
- De onregelmatige brandstofvoorziening kan tot overslaan van de ontsteking leiden. Daardoor komt er onverbrande brandstof in de uitlaat. Dit kan tot oververhitting en beschadiging van de katalysator leiden.
Let op
Als de wagen direct na het tanken gedurende langere periode wordt geparkeerd, kan het voorkomen, dat de gasmeter bij het opnieuw starten niet exact dezelfde vullingsgraad aangeeft als direct na het tanken. Het gaat daarbij niet om lekkage van het systeem, maar om een technisch bepaalde drukreductie in de aardgastanks na een afkoelperiode direct na het tanken.