|
Geldt voor wagens met kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging voorkomt dat de achterportieren van binnenuit kunnen worden geopend en dat de ruitbediening achterin wordt bediend.
Wagens met knop
Om de slotgreep aan de binnenzijde en de ruitbedieningsschakelaar voor het betreffende achterportier uit of in te schakelen, drukt u op de linker- of rechterknop in het bestuurdersportier -1-
Afbeelding33►. De led in de knop brandt of gaat uit.
Om de kinderbeveiliging aan beide zijden in of uit te schakelen, moet u de knoppen na elkaar indrukken.
Wagens met knop
Om de ruitbedieningsschakelaars in de achterportieren uit of in te schakelen, drukt u op de knop in het bestuurdersportier -2-
Afbeelding33►. De led in de knop brandt of gaat uit.
Om ook de slotgreep aan de binnenzijde uit of in te schakelen, opent u het betreffende achterportier en draait u de sleutelschakelaar met de noodsleutel in pijlrichting of tegen de pijlrichting in
Afbeelding34►.
Als de kinderbeveiliging wordt ingeschakeld, kan het aircobedieningselement achterin*,
niet worden bediend. Met de functie SET REAR kunnen via het aircobedieningselement in de bestuurdersruimte alle instellingen achterin worden uitgevoerd link►.
Aanwijzing voor de bestuurder op het scherm in het instrumentenpaneel
Kinderbeveiliging: storing! Service opzoeken a.u.b.
Er is sprake van een storing in de kinderbeveiliging. Knop / opnieuw indrukken.
Als de aanwijzing voor de bestuurder nog steeds verschijnt, op korte termijn naar een (Audi-)specialist rijden en de storing laten verhelpen.
- Als u de wagen verlaat, het contact uitschakelen en de wagensleutel meenemen. Dit geldt in het bijzonder, als kinderen in de wagen blijven. Zij zouden anders de motor kunnen starten of delen van de elektrische uitrusting (b.v. elektrische ruitbediening) kunnen bedienen – gevaar voor ongevallen!
- Bij een storing in de kinderbeveiliging kunnen de achterportieren mogelijk van binnenuit worden geopend - gevaar voor ongevallen!