|
|
Er mogen alleen kinderzitjes worden gebruikt, die officieel zijn toegestaan en voor het kind geschikt zijn.
Voor kinderzitjes gelden in de Europese Unie de regelingen ECE-R 44 of ECE-R 1291). Beide regelingen gelden parallel aan elkaar. Conform deze normen gecontroleerde kinderzitjes hebben meestal een oranje gekleurd label aan het kinderzitje. Op dit etiket vindt u bijvoorbeeld gegevens over de gewichtsgroep, Isofix-groep en de toelatingscategorie van het kinderzitje.
Kinderzitjes naar gewichtsgroepen
- Kinderzitjes conform groep 0 en 0+: in deze groepen (tot 13 kg) zijn met de rug naar het dashboard gekeerde babyautostoeltjes het meest geschikt. Wij adviseren: Audi babyautostoeltje als meeruitvoering leverbaar met Isofix basis.
- Kinderzitjes conform groep 1: in deze groep (9 t/m 18 kg) zijn met de rug naar het dashboard gekeerde of naar voren gerichte kinderzitjes met geïntegreerd gordelsysteem het meest geschikt. Kinderen zo lang mogelijk naar achteren gericht vervoeren. Wij adviseren: Audi kinderzitje met Isofix basis.
- Kinderzitjes conform groep 2 en 3: in deze groepen (15 t/m 36 kg) zijn kinderzitjes met rugleuning in combinatie met de veiligheidsgordels het meest geschikt. Wij adviseren: Audi kinderzitje youngster plus.
Kinderzitjes naar toelatingscategorieën
Kinderzitjes kunnen de toelatingscategorie universeel, semi-universeel, wagenspecifiek (alle conform regeling ECE-R 44) of i-Size (conform regeling ECE-R 129) hebben.
- Universeel: kinderzitjes met toelating universeel mogen in alle wagens worden gemonteerd. Een modellenlijst is niet vereist. Bij universele toelating voor Isofix moet het kinderzitje ook met Top Tether worden bevestigd.
- Semi-universeel: een toelating semi-universeel vereist veiligheidsvoorzieningen voor de bevestiging van het kinderzitje die extra tests vereisen. Kinderzitjes met de toelating semi-universeel hebben een modellenlijst, waarin uw wagen opgenomen moet zijn.
- Wagenspecifiek: een wagenspecifieke toelating vereist voor elk wagenmodel afzonderlijk een dynamische test van het kinderzitje in de wagen. Kinderzitjes met de toelating wagenspecifiek hebben eveneens een modellenlijst.
- i-Size: kinderzitjes met toelating i-Size moeten aan de in de regeling ECE-R 129 voorgeschreven eisen wat betreft montage en veiligheid voldoen. Welke kinderzitjes voor uw wagen conform i-Size zijn toegelaten, kunt u navragen bij de fabrikant van het kinderzitje.
- Met de rug naar het dashboard gekeerde kinderzitjes: nooit een kinderzitje op de bijrijdersstoel bevestigen, waarin het kind met de rug naar het dashboard gekeerd zit, terwijl de bijrijdersairbag in paraatheid is - levensgevaarl! Mocht het in uitzonderingsgevallen nodig zijn om een kind op de bijrijdersstoel te vervoeren, stel dan de bijrijdersairbag buiten werking* link►.
- Vooruitgerichte kinderzitjes: de achterzijde van het kinderzitje moet zo volledig mogelijk tegen de rugleuning van de zitplaats aan liggen. Als de hoofdsteun achter in de wagen bij het plaatsen van het kinderzitje in de weg zit, moet deze versteld of uitgebouwd worden link►. Als u het kinderzitje weer verwijdert, moet de hoofdsteun direct weer worden ingebouwd. De hoofdsteun voor de passagier weer juist instellen. Rijden met uitgebouwde of niet in de juiste stand staande hoofdsteunen verhoogt het risico van ernstig lichamelijk letsel.
- Groep 2 en 3: de schoudergordel moet zo centrisch mogelijk over het sleutelbeen van het kind lopen en goed op het bovenlichaam aansluiten. De gordel mag nooit bij of over de hals lopen. De heupgordel moet over het bekken lopen en mag niet over de buik of het onderlichaam lopen. De gordel moet nauw aansluiten. Gordel zo nodig iets aantrekken.
- Zo laat mogelijk naar de volgende hogere kinderzitjesgroep overstappen.
Let op
Wij adviseren kinderzitjes uit het Audi Originele Accessoireprogramma: www.audi.com