|
|
Geldt voor wagens met Audi adaptive cruise control
- Afbeelding 135Bedieningshendel: In- en uitschakelen
- Afbeelding 136Instrumentenpaneel: Adaptive cruise control
U kunt elke snelheid tussen 30 en 250 km/h 1) (motorafhankelijk) instellen.
Controlelampjes en aanwijzingen voor de bestuurder op het display in het instrumentenpaneel informeren u over de betreffende rijsituatie en instelling.
Op het head-updisplay* verschijnt een extra weergave.
Adaptive cruise control inschakelen
Hendel naar u toe trekken in stand -1- Afbeelding135►.
Snelheid opslaan en regeling activeren
Om de actuele snelheid op te slaan, drukt u op de toets SET Afbeelding135►. De opgeslagen snelheid wordt in de snelheidsmeter in de ledrand -A- en kort in de statusregel -D- weergegeven Afbeelding136►.
(Geldt voor wagens met automatische versnellingsbak: ) om de regeling bij stilstaande wagen te activeren, moet ook het rempedaal worden ingetrapt.
Adaptive cruise control uitschakelen
Hendel van u weg drukken in stand -0-, tot deze inklikt. De aanwijzing voor de bestuurder ACC: uit verschijnt.
-B- Controlelampjes
- De adaptive cruise control is ingeschakeld. Er is geen voorligger herkend. Een ingestelde snelheid wordt constant gehouden.
- Er is een voorligger herkend. De adaptive cruise control regelt de snelheid en de afstand in overstemming met de voorligger en accelereert en remt zelfstandig.
- Automatische versnellingsbak: de adaptive cruise control is ingeschakeld. Er is een voorligger herkend. Uw wagen staat stil en rijdt niet automatisch weg.
- Automatische versnellingsbak: de adaptive cruise control is ingeschakeld. Er is geen voorligger herkend. Uw wagen staat stil en rijdt niet automatisch weg.
- De geleverde vertraging is niet voldoende om voldoende afstand tot een voorligger te houden. U moet ingrijpen link►.-C- Weergave in het instrumentenpaneel
Als op het display in het instrumentenpaneel de weergave Hulpsystemen niet wordt weergegeven, kunt u deze met de toetsen van het multifunctiestuurwiel oproepen link►.
Aan de hand van de grafische weergave kunt u herkennen of de afstand tot een voorligger wordt geregeld en wat de afstand is.
Geen voertuig - Er is geen voorligger herkend.
Zilveren voertuig - Er is een voorligger herkend.
Rood voertuig - Oproep tot ingreep door bestuurder link►.
De vijf afstandsbalken op de schaal -C- stellen de ingestelde afstand voor (hoe u de afstand wijzigt, vindt u op link►). Als de gekozen afstand wordt onderschreden, worden de afstandsbalken van onder naar boven rood ingekleurd.
ATTENTIE
(Geldt voor wagens met automatische versnellingsbak: ) als u bij een snelheid onder 30 km/h op de toets SET drukt, wordt automatisch naar de minimaal instelbare snelheid van 30 km/h geaccelereerd.
Let op
- Als u het contact of de adaptive cruise control uitschakelt, wordt de ingestelde snelheid om veiligheidsredenen gewist.
- Bij ingeschakelde adaptive cruise control zijn automatisch de elektronische stabiliseringscontrole (ESC) en de aandrijfslipregeling (ASR) ingeschakeld.