|
Geldt voor wagens met aardgasmotor
Wagens met aardgasmotor hebben 2 brandstoftanks: één voor aardgas en één voor benzine.
Als u benzine tankt, raadpleeg dan ook de informatie en waarschuwingsaanwijzingen link►.
Vóór het tanken de motor afzetten en contact en mobiele telefoons uitschakelen ►.
Gebruiksaanwijzing van de aardgastankinstallatie lezen en in acht nemen. Verzeker u voor het tanken van aardgas ervan dat de juiste brandstofsoort wordt getankt link►
Als de centrale vergrendeling wordt bediend, wordt de tankklep automatisch ont- of vergrendeld.
Tankdop openen
De gasvulopening voor het tanken van aardgas zit achter de tankklep naast de benzinevulopening Afbeelding121►.
Voor het openen op de linkerzijde van de tankklep drukken -pijl- Afbeelding120►.
Tanken
Dop van de gasvulopening -1- lostrekken.
Controleer of de afdichtring -2- stevig in de gasvulopening zit.
Vulkoppeling van de tankinstallatie op de gasvulopening steken.
Vulpistool vergrendelen.
Tanken starten.
Om het tanken voortijdig te beëindigen, drukt u op de stopknop van de tankinstallatie.
De compressor van de tankinstallatie schakelt automatisch uit, zodra de gastank is gevuld.
Tankdop sluiten
Vulpistool ontgrendelen.
Controleren of de afdichtring van de gasvulopening -2- op de vulkoppeling is gegleden.
De afdichtring zo nodig weer in de gasvulopening plaatsen.
Kap op de gasvulopening drukken.
De tankklep sluiten tot deze goed vastklikt.
- Aardgas is zeer explosief en licht ontvlambaar. Op onjuiste wijze omgaan met aardgas kan ongevallen, zware verbrandingen en andere verwondingen tot gevolg hebben.
- Vóór het tanken van aardgas moet de gasvulopening op juiste wijze vergrendelen. Het tanken direct afbreken, zodra u een gaslucht vaststelt.
De wagen is niet geschikt voor het gebruik van hythaan en er mag in geen geval hythaan worden getankt. Anders kan ernstige schade aan de motor en aan het brandstofsysteem optreden.
Let op
- De vulkoppelingen van de aardgastankinstallaties kunnen verschillen in de bediening. Als u hiermee niet bekend bent, kunt u het tanken het best door een medewerker van het tankstation laten uitvoeren.
- Bij zeer hoge omgevingstemperaturen kan de oververhittingsbeveiliging de aardgastankinstallatie automatisch uitschakelen.
- Geluiden die tijdens het tanken optreden, zijn normaal en wijzen niet op een mogelijke beschadiging van het systeem.
- De aardgasinstallatie van de wagen is zowel geschikt voor tanken bij een kleine compressor (langzaam tanken) als voor tanken bij aardgastankstations met grote compressoren (snel tanken).