|
Geldt voor wagens met cabrioletkap
Keuzehendelstand P kiezen (automatische versnellingsbak).
Parkeerrem vastzetten.
Indien mogelijk alle zijruiten openen.
Achterklep openen en uit de linkerzijbekleding de noodontgrendelingsgreep -1- Afbeelding51► nemen.
Vloer van de bagageruimte aan de kunststof greep optillen en de greep boven de opbergruimte voor de cabrioletkap vasthaken.
Inbussleutel en sleufschroevendraaier uit het wagengereedschap nemen -2- Afbeelding51►.
Vloer van de bagageruimte weer loshaken.
Rugleuningen naar voren klappen, door aan de ontgrendelingshendel in de zijbekleding te trekken -3- Afbeelding51►
Achterklep sluiten.
Contact uitschakelen.
Om de druk uit de kaphydraulica af te bouwen, circa 10 tot 15 seconden aan de schakelaar -1- Afbeelding► trekken.
Cabrioletkap alleen in geval van nood handmatig sluiten. Laat u daarbij door een tweede persoon helpen. Op korte termijn naar een (Audi-)specialist rijden en de storing laten verhelpen.
- Bij alle stappen van de cabrioletkapnoodbediening bestaat het gevaar dat uw handen bekneld raken of dat u andere personen verwondt.
- Verzeker u ervan, dat alle ruiten bij de cabrioletkapnoodbediening omlaag staan.
- Grijp niet in het kapframe van de cabrioletkap of andere bewegende onderdelen.
- Nooit met een onvergrendelde cabrioletkap rijden. Anders bestaat het gevaar dat de cabrioletkap door de rijwind wordt geopend. Dit kan verwondingen en beschadiging van de wagen tot gevolg hebben - gevaar voor ongevallen!