Als het controlelampje brandt, is de parkeerrem vastgezet.
Als het controlelampje knippert, is de remkracht niet voldoende opgebouwd resp. afgebouwd. Borg de wagen extra door de 1e versnelling (schakelbak) in te schakelen resp. rijstand P (automatische versnellingsbak) te kiezen. Let er vóór het wegrijden op of het controlelampje uitgegaan is.
Parkeerrem: storing! Service opzoeken a.u.b.
Er is sprake van een storing in de parkeerrem. Onmiddellijk naar een (Audi-)specialist rijden en de storing laten verhelpen.
Parkeerrem: let op! Helling van de wagen is te groot
De remkracht is niet voldoende om de wagen vast te zetten. De remmen zijn te heet geworden. De wagen kan ook op een flauwe helling wegrollen.
Parkeerrem: aangetrokken
Als deze aanwijzing voor de bestuurder verschijnt, eerst het rempedaal intrappen en daarna zo nodig de parkeerrem loszetten.
Parkeerrem: noodstop
De noodremfunctie is geactiveerd.
Parkeerrem loszetten a.u.b.
Als deze aanwijzing voor de bestuurder verschijnt, de parkeerrem loszetten.
Om de parkeerrem los te zetten het rempedaal intrappen a.u.b.
Om de parkeerrem los te zetten, het rempedaal intrappen en tegelijkertijd de knop
indrukken of met behulp van de wegrijhulp wegrijden link►.
Let op
Meer aanwijzingen over de parkeerrem link►.