Afhankelijk van het ingestelde rijprogramma en de ingestelde afstand is het rijgedrag bij het accelereren dynamisch tot comfortabel.
Rijprogramma instellen bij wagens zonder drive select*
Kies in het infotainment: de functietoets CAR > adaptive cruise control > Rijprogramma > Comfort, Standaard of Dynamisch. Of
Kies: functietoets CAR > keuzetoets Car systemen* > Bestuurdershulpsysteem > adaptive cruise control > Rijprogramma* > Comfort, Standaard of Dynamisch.
Rijprogramma instellen bij wagens met drive select*
Zie
Link.
Volume van de gong instellen
Kies in het infotainment: functietoets CAR > adaptive cruise control > Volume gong. Of
Kies: functietoets CAR > keuzetoets Car systemen* > Bestuurdershulpsysteem > adaptive cruise control > Volume gong.
U kunt kiezen uit Zacht, Middel of Hard. Bij het instellen van het volume klinkt kort het nieuw ingestelde volume.
Als u geen gong wilt horen, kiest u de instelling uit. In de inforegel verschijnt het
-symbool.
Aanwijzing
- We raden aan om de gong niet uit te schakelen. Ook bij uitgeschakelde gong wordt om functionele redenen niet elk gongsignaal uitgeschakeld.
- Uw instellingen worden automatisch opgeslagen en aan de gebruikte sleutel met radiografische afstandsbediening toegekend Link.