|
Geldt voor wagens met parkeerhulp plus/inparkeersysteem
In- en uitschakelen
Knop in de middenconsole indrukken. Er klinkt een korte bevestigingstoon en de led in de knop brandt.
Automatisch inschakelen
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld, wanneer de achteruitversnelling bij draaiende motor wordt ingeschakeld. Er klinkt een korte bevestigingstoon.
Als de wagen met een snelheid van lager dan ca. 10 km/h een obstakel nadert, wordt de parkeerhulp automatisch ingeschakeld. Akoestische signalen klinken daarbij pas, wanneer het obstakel zich reeds duidelijk in het detectiegebied van de sensoren bevindt.
Automatisch uitschakelen
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld, wanneer u sneller dan 10 km/h vooruit rijdt.
Segmenten in de optische weergave
Met behulp van de segmenten vóór en achter de wagen resp. rondom de wagen (wagens met inparkeersysteem) Afbeelding152► kunt u de afstand tot een obstakel inschatten. De rode lijnen* markeren de afhankelijk van de stuurinslag te verwachten rijweg. Een wit segment geeft een herkend obstakel weer dat zich buiten de rijweg bevindt. Rode segmenten geven herkende obstakels op uw rijweg weer. Hoe dichter uw wagen in de buurt van een obstakel komt, des te dichter komen de segmenten bij de wagen. Uiterlijk wanneer het voorlaatste segment wordt weergegeven, is een botsing nabij. In de zone waarin een aanrijding kan plaatsvinden, worden obstakels - ook buiten de rijweg - rood weergegeven. Niet verder naar voren of achteren rijden ►, ►!
Let op
Als de parkeerhulp met de knop wordt uitgeschakeld, vindt de automatische activering alleen opnieuw plaats, indien aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
- Een snelheid van 10 km/h wordt overschreden.
- Het contact wordt uit- en weer ingeschakeld.
- De parkeerrem wordt vastgezet en weer losgezet.
- (Automatische versnellingsbak: ) rijstand P wordt ingeschakeld.