Geldt voor wagens met interieurvoorverwarming/-voorventilatie
In de timer stelt u in, wanneer uw wagen de gewenste temperatuur moet hebben bereikt.
Verwarmstand instellen
Als de interieurvoorverwarming uw ruiten ijsvrij moet maken, kiest u de toets MENU > Wagen > linkerkeuzetoets > Interieurvoorverwarming > bv. Timer 1 > rechterkeuzetoets > Verwarmstand > ijsvrij.
Als de interieurvoorverwarming uw ruiten ijsvrij moet maken én uw wagen verwarmen, kiest u de toets MENU > Wagen > linkerkeuzetoets > Interieurvoorverwarming > bv. Timer 1 > rechterkeuzetoets > Verwarmstand > warm.
Timer instellen
De toets MENU > Wagen > linkerkeuzetoets > Interieurvoorverwarming > bv. Timer 1 > rechterkeuzetoets > Timer programmeren.
Stel de actuele tijd en de datum in.
Om de timer te activeren, bevestigt u de instellingen met de draai-drukknop. In het rechterhokje verschijnt een .
Met de vertrektijd legt u vast, wanneer uw wagen de gewenste temperatuur moet hebben bereikt. De interieurvoorverwarming of -voorventilatie schakelt zich automatisch uit met een tijdvertraging van ongeveer 10 minuten.
Na afloop van de vertrektijd wordt in het infotainment automatisch de volgende kalenderdag ingevuld. Om de interieurvoorverwarming en -voorventilatie voor de volgende dag te activeren, hoeft u dan alleen nog de instelling te bevestigen ( in het infotainment zetten).
Let op
- Om de timer juist te laten functioneren, moet u nagaan of de actuele tijd en de datum in de infotainmentbasisinstellingen kloppen link►.
- Ook bij geprogrammeerde timer kan de interieurvoorverwarming of -voorventilatie direct worden in- en uitgeschakeld. Zolang het handmatig gekozen uitschakeltijdstip niet de periode van de timerinstelling betreft, heeft dit geen effect op de timerprogrammering.