|
Servicestand/stand voor vervangen van de ruitenwissers
Om de ruitenwissers weer in servicestand te brengen, het contact inschakelen en de ruitenwisserhendel kort in stand -4- Afbeelding► bewegen.
Om de ruitenwissers weer in de uitgangsstand te brengen, het contact inschakelen en de ruitenwisserhendel in stand -4- zetten, totdat de ruitenwissers in de uitgangsstand terugbewegen of sneller dan 12 km/h rijden.
Daarnaast kunt u ook in het infotainment de servicestand in- en uitschakelen:
Ruitenwissers uitschakelen (stand -0- Afbeelding►).
De toets MENU > Wagen > linkerkeuzetoets > Service & controle > Servicestand ruitenwissers kiezen.
Wisserblad verwijderen
Ruitenwisserarm van de voorruit wegklappen.
Grendelknop -1- Afbeelding53► op het wisserblad indrukken. Wisserblad hierbij vasthouden.
Wisserblad in pijlrichting verwijderen.
Wisserblad bevestigen
Nieuw wisserblad in de steun van ruitenwisserarm -2- plaatsen, tot het hoorbaar vastklikt.
Ruitenwisserarm terugklappen op de voorruit.
Servicestand uitschakelen.
ATTENTIE
Om veiligheidsredenen de ruitenwisserbladen jaarlijks één- of tweemaal vervangen.
VOORZICHTIG
- De ruitenwissers alleen in de servicestand wegklappen! Anders bestaat gevaar voor lakbeschadiging van de motorkap of beschadiging van de ruitenwissermotor.
- Als de ruitenwisserarmen zijn weggeklapt, mag u uw wagen niet bewegen of de ruitenwisserhendel bedienen. De ruitenwissers keren anders automatisch naar hun basisstand terug en kunnen daarbij de motorkap en voorruit beschadigen!
Let op
- De servicestand kunt u bijvoorbeeld ook gebruiken wanneer u s winters de voorruit met een hoes tegen bevriezing wilt beschermen.
- Bij geopende motorkap kunt u de servicestand niet activeren.