|
Geldt voor wagens met Selective Catalytic Reduction
De AdBlue-vulopening zit naast de dieselvulopening. Ten minste de op het display in het instrumentenpaneel weergegeven hoeveelheid AdBlue bijvullen. Alleen met deze vulhoeveelheid wordt gegarandeerd dat het bijvullen herkend wordt en de motor weer gestart kan worden. U kunt maximaal 12 (24*) liter bijvullen.
Voorwaarde: op het display in het instrumentenpaneel verschijnt de oproep AdBlue bij te vullen.
Contact uitschakelen.
Tankklep openen link►.
De vuldop van de vulopening linksom eruit draaien Afbeelding326►.
AdBlue is irriterend voor de huid, de ogen en de ademhalingsorganen. Bij aanraking onmiddellijk met veel water afspoelen. Zo nodig een arts raadplegen!
- Gebruik alleen AdBlue dat overeenkomt met de norm ISO 22241-1. Geen extra stoffen bij de AdBlue mengen en niet verdunnen met water.
- Er mag noch AdBlue in de dieseltank, noch diesel in de AdBlue-tank worden gevuld. Als u verkeerde brandstof getankt heeft, start dan in geen geval de motor - gevaar voor schade aan het tanksysteem en de motor! Een (Audi-)specialist inschakelen.
- AdBlue tast oppervlakken, zoals bijvoorbeeld gespoten plaatdelen, kunststoffen en tapijten aan. De vloeistof zo snel mogelijk verwijderen met een vochtige doek en ruim koud water. Als de AdBlue reeds is gekristalliseerd, warm water en een spons gebruiken. Niet-verwijderde AdBlue-resten kristalliseren na een bepaalde tijd en kunnen schade aan de betreffende oppervlakken toebrengen.
- Navulflessen of navuljerrycans niet permanent in de wagen meenemen omdat bij lekkage vrijkomende AdBlue het interieur van de wagen kan beschadigen.
- Laat AdBlue niet op de kleding komen. Bij aanraking onmiddellijk met veel water afspoelen.
Let op
Neem ook de aanwijzingen van de AdBlue-fabrikant voor het gebruik en de opslag in acht.