|
Geldt voor wagens met navigatiesysteem
De toets NAV/MAP zo vaak indrukken, dat de kaart wordt weergegeven Afbeelding►.
Linkerkeuzetoets > Verkeersmeldingen kiezen.
Afhankelijk van de wagenuitrusting kan in het overzicht van de verkeersinformatie Afbeelding240► de volgende Informatie worden weergegeven:
-1- | Indien uw MMI een betere route voor de actuele routegeleiding heeft berekend, krijgt u een overeenkomstige aanwijzing te zien Meer informatie krijgt u op link►. |
-2- | Bij actieve routegeleiding worden verkeersopstoppingen en risico-informatie* link► die op uw route liggen, boven in de lijst op volgorde van afstand weergegeven. |
-3- | De verkeersmeldingen worden op wegennaam gesorteerd. Indien er meerdere verkeersmeldingen voor dezelfde weg zijn, wordt in de betreffende regel voor de straatnaam een pijl weergegeven (). Deze regel kiezen en bevestigen om alle verkeersinformatie te laten weergeven. |
-4- | De actueel gekozen verkeersmelding wordt ook als kaartpreview* op het infotainmentscherm weergegeven. |
-5- | De ontvangst van verkeersinformatie (TMC, TMCpro* of ONLINE) wordt ook altijd in de statusregel van het infotainmentscherm weergegeven. |
Verkeersmelding op de kaart tonen: kies een verkeersmelding > rechterkeuzetoets > Op kaart tonen.
Gekleurde markeringen langs de gereden route duiden de verkeersstroom aan:
Groen: vrije verkeersstroom
Oranje: langzaamrijdend verkeer
Rood: file
Gearceerde markeringen kenmerken daarbij de lengte van de verkeersopstopping.
Gekleurde waarschuwingssymbolen: een direct relevante verkeersopstopping/lokale risico-informatie* op uw route.
Grijze waarschuwingssymbolen: verkeersopstoppingen die niet op uw route liggen.
Bij inactieve routegeleiding worden alle verkeersopstoppingen gekleurd op de kaart weergegeven.
De weergave van de gekleurde markeringen, waarschuwingssymbolen, etc. kan in het menu Kaartinhoud ingesteld worden link►.
Let op
Bijzonder belangrijke verkeersinformatie, zoals meldingen over spookrijders, wordt automatisch weergegeven. Om de verkeersinformatie uit te schakelen, drukt u op de toets BACK of op de draai-drukknop.