|
Geldt voor wagens met navigatiesysteem
Uw MMI kan vaak gereden routes leren en - afhankelijk van de actuele wagenpositie - voor de routegeleiding voorstellen (bv. de dagelijkse route naar het werk en terug).
Kies: rechterkeuzetoets > Navigatie-instellingen > Persoonlijke routeassistent.
Bij ingeschakelde functie registreert de MMI vaak gereden routes, onafhankelijk ervan of er een reisdoel werd ingegeven en hiernaartoe werd genavigeerd.
Indien er geen routegeleiding actief is, worden uw persoonlijke routes in het menu Reisdoel ingeven onder het thuisadres opgeslagen en met het symbool -1- Afbeelding230► gemarkeerd. Zolang de persoonlijke routeassistent ingeschakeld is, wordt dit symbool van het navigatiemenu tegelijk in de statusregel van het infotainmentscherm weergegeven.
Bij uw persoonlijke routes worden bovendien worden de afstand tot het reisdoel en de berekende aankomsttijd weergegeven. Ook zonder de routegeleiding te starten controleert de MMI de verkeerssituatie voor uw persoonlijke routes en toont mogelijke verkeersstoringen op het waarschijnlijk af te leggen traject op het infotainmentscherm -2- Afbeelding230►.
Bij grotere verkeersstoringen (meer dan 7 min. vertraging) wordt, onafhankelijk van het gekozen menu, een aanwijzing getoond Afbeelding231►. Eén van de volgende opties kiezen en bevestigen:
- Routegeleiding starten: de MMI start de routegeleiding voor de getoonde persoonlijk route en zoekt - voor zover beschikbaar - naar een snellere route.
- Deze route en aanwijzing negeren: het getoonde reisdoel met alle betreffende persoonlijke routes wordt voor de actuele rit niet meer in acht genomen. Voor het getoonde reisdoel worden geen aanwijzingen meer weergegeven. Pas na het stilzetten van de wagen en opnieuw inschakelen van het contact wordt het getoonde reisdoel met alle betreffende persoonlijke routes weer in acht genomen.
- Alle aanwijzingen negeren: alle persoonlijke routes worden voor de actuele rit niet meer in acht genomen. Er worden ook geen aanwijzingen meer getoond. Pas na het stilzetten van de wagen en opnieuw inschakelen van het contact worden bij verhoogde verkeersdruk weer aanwijzingen voor de persoonlijke routes getoond.
Wanneer u de persoonlijke routeassistent uitschakelt, verdwijnt het symbool in de statusregel en worden uw ritten niet meer geregistreerd. Reeds opgeslagen ritten blijven bewaard.
Persoonlijke route wissen:
- In het menu Reisdoel ingeven de gewenste persoonlijke route kiezen Afbeelding230►.
- Rechterkeuzetoets > Reisdoel wissen kiezen.
Alle persoonlijke routes wissen:
- De toets MENU > Instellingen > linkerkeuzetoets > MMI-instellingen > Fabrieksinstellingen kiezen.
- Navigatie- en onlinegeheugen > Fabrieksinstellingen herstellen kiezen link►.
Let op
- De persoonlijke routes worden afhankelijk van de wagenpositie ingeleerd. Afhankelijk van hoe vaak u naar een reisdoel rijdt, wordt de route overeenkomstig geprioriteerd.
- In het menu Reisdoel ingeven worden maximaal drie persoonlijke routes getoond. Afhankelijk van de actuele wagenpositie wordt de verkeerssituatie altijd voor de drie meest waarschijnlijke routes gecontroleerd.
- Let erop, dat reeds opgeslagen persoonlijke routes na het uitschakelen van de functie opgeslagen blijven en handmatig moeten worden gewist.