|
Geldt voor wagens met start-stopsysteem
Het start-stopsysteem kan u helpen brandstof te besparen en de CO2-uitstoot te verminderen.
Met de start-stopfunctie wordt de motor bij stilstaande wagen, bv. bij een stoplicht, automatisch afgezet. Het contact blijft gedurende deze stopfase ingeschakeld. Zo nodig wordt de motor automatisch weer gestart.
Zodra het contact wordt ingeschakeld, is het start-stopsysteem automatisch geactiveerd.
Basisvoorwaarden voor de start-stopfunctie
- Het bestuurdersportier is gesloten.
- De bestuurder heeft de gordel omgegespt.
- De motorkap is gesloten.
- De wagen heeft sinds de laatste keer contact uit meer dan 3 km/h gereden.
Mocht u de wagen tijdens een stopfase moeten verlaten, dan kan de motor binnen circa 30 seconden opnieuw worden gestart, als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- Het bestuurdersportier is gesloten, de bestuurder heeft de gordel omgegespt en het rempedaal (automatische versnellingsbak) resp. het koppelingspedaal (schakelbak) wordt ingetrapt. Of:
- Het bestuurdersportier is gesloten, het rempedaal (automatische versnellingsbak) resp. het koppelingspedaal (schakelbak) wordt ingetrapt en er is een rijstand ingeschakeld.
VOORZICHTIG
Bij rijden door water altijd het start-stopsysteem uitschakelen link►.
Let op
Kort voordat de wagen tot stilstand komt, wordt de motor reeds afgezet1).