|
Het instrumentenpaneel is de informatiecentrale voor de bestuurder.
-1- | Koelvloeistoftemperatuurmeter ► |
-2- |
|
-3- | Tabbladen ► |
-4- | Centraal gedeelte met |
-5- | Statusregel (deze wordt als één of twee regels weergegeven) |
-6- | Snelheidsmeter/comfortweergave |
-7- | Brandstofvoorraad ► |
-8- | Snelheidsmeter |
-9- | Linkernevenweergave (gesplitst bij de uitgebreide weergave) |
Er kunnen meer controlelampjes in de toerenteller -2-, in de snelheidsmeter -6-, in de statusregel -5- en afhankelijk van het instrumentenpaneel boven resp. onder het centrale gedeelte -4- verschijnen.
Op de volgende bladzijden worden met prioriteit weergaven van het meerkleurige analoge instrumentenpaneel* afgebeeld. Bij het monochrome instrumentenpaneel of bij de Audi virtual cockpit* kan de weergave resp. positie van de weergegeven elementen afwijken.
Wanneer er op de buitentemperatuurmeter geen ijskristal wordt weergegeven, kunnen de wegen wel degelijk glad zijn. Houd er rekening mee dat ook bij buitentemperaturen rond +5 °C de weg glad kan zijn - gevaar voor ongevallen door gladheid!
Let op
- Afhankelijk van de wagenuitrusting wordt bij uitgeschakelde verlichting en ingeschakeld contact de instrumentenverlichting (naalden en schalen) ingeschakeld. Bij afnemende omgevingshelderheid wordt de verlichting van de schalen automatisch verminderd en eventueel helemaal uitgeschakeld. Deze functie moet de bestuurder eraan herinneren om het dimlicht op tijd in te schakelen.
- De maateenheden voor bijvoorbeeld temperatuur of snelheid kunt u in het infotainment veranderen link►.
- Bij stilstaande wagen of bij zeer lage rijsnelheid kan de aangegeven temperatuur door de uitgestraalde warmte van de motor hoger zijn dan de werkelijke buitentemperatuur.
- Bij temperaturen lager dan +5 °C verschijnt vóór de temperatuurweergave een ijskristal ►.