|
- Afb. 1 Instrumentenverlichting
De basishelderheid van de verlichting van het instrumentenpaneel en de middenconsole kan worden ingesteld.
Voorwaarde: de verlichting is ingeschakeld.
Om de knop los te klikken, erop drukken.
Om de helderheid te verminderen of verhogen, draait u de knop richting "-" of "+".
Om de knop vast te klikken, opnieuw erop drukken.
Aanwijzing
Bij uitgeschakeld dimlicht en ingeschakeld contact zijn de wijzers en wijzerplaten in het instrumentenpaneel verlicht. Bij afnemende omgevingshelderheid wordt de verlichting automatisch verminderd en eventueel helemaal uitgeschakeld. Deze functie moet de bestuurder eraan herinneren om het dimlicht op tijd in te schakelen.