|
De startkabels moeten in de juiste volgorde worden vastgeklemd!
Op de plaats van de accu zitten links in de motorruimte starthulppunten Afbeelding338►. Kap op de pluspool openen. De hierna beschreven aansluitprocedure is erop gericht dat uw wagen starthulp krijgt.
Let op de aanwijzingen over de accu link►.
Voorbereidende maatregelen
Eerst aandachtig link► lezen.
Parkeerrem vastzetten en keuzehendel in stand P zetten.
Bij beide wagens alle verbruikers en het contact uitschakelen.
Startkabels vast- en losmaken
Afdekking op de pluspool openklappen.
Het ene uiteinde van de rode startkabel op pluspool -1- Afbeelding► van de ontladen accu -A- ► vastmaken.
Het andere uiteinde van de rode startkabel op de pluspool -2- van de stroomleverende accu -B- vastmaken.
Een uiteinde van de zwarte startkabel bij voorkeur op het massapunt, anders op de minpool van de accu -3- van de stroomleverende wagen -B- vastmaken.
Het andere uiteinde van de zwarte startkabel uitsluitend op het massapunt -4- van uw wagen -A- vastmaken.
Startkabels zo leggen dat ze niet door draaiende delen in de motorruimte kunnen worden geraakt.
Motor starten
Motor van de stroomleverende wagen starten en stationair laten draaien.
Vervolgens de motor van de wagen met de ontladen accu starten en twee à drie minuten wachten totdat de motor mooi "rond" draait.
Indien de motor niet aanslaat: starten na 10 seconden afbreken en na ca. 30 seconden weer herhalen.
Bij de wagen waaraan starthulp is verleend de aanjager van de verwarming en de achterruitverwarming inschakelen om eventuele spanningspieken bij het losmaken van de startkabels op te vangen. De rijverlichting moet uitgeschakeld zijn!
Kabels bij draaiende motoren in de omgekeerde volgorde van wat in link► beschreven staat verwijderen. Let erop dat de kabels niet tussen draaiende motordelen terechtkomen.
Kap op pluspool sluiten.
Aanjager van de verwarming en achterruitverwarming weer uitschakelen.