|
Geldt voor wagens met Audi active lane assist
Om het systeem in en uit te schakelen op de knop Afbeelding162► drukken. Het controlelampje in het instrumentenpaneel brandt resp. gaat uit.
Analoog instrumentenpaneel | Audi virtual cockpit* | Betekenis aan de betreffende zijde |
Groene lijnen
|
Groene lijn(en)
(links/rechts) |
De active lane assist is ingeschakeld en gebruiksklaar. |
- | Rode lijn
(links/rechts) |
De active lane assist waarschuwt u voor het verlaten van de rijstrook. Bovendien vibreert het stuurwiel licht. |
Gele lijnen
|
Grijze lijn(en) (links/rechts) | De active lane assist is weliswaar ingeschakeld, maar niet gebruiksklaar. |
Als het systeem ingeschakeld, maar niet gebruiksklaar is, kan dit de volgende oorzaken hebben:
- Er is geen scheidingslijn aanwezig.
- De relevante scheidingslijnen worden niet herkend (bv. bij markeringen voor wegwerkzaamheden, door sneeuw, vuil, regen, tegenlicht).
- De rijsnelheid ligt onder de activeringssnelheid van ca. 65 km/h (afhankelijk van het land).
- De rijstrook is te smal of te breed.
- De bocht is te scherp.
- U heeft de handen niet op het stuur.
Let op
- Let erop dat het cameravenster Afbeelding163► niet door stickers o.i.d. wordt afgedekt. Aanwijzingen voor het schoonmaken link►.
- Afhankelijk van het land: elke keer dat het contact wordt ingeschakeld, blijft het al ingeschakelde systeem klaar voor gebruik.