|
Geldt voor wagens met Audi adaptive cruise control en Audi pre sense front
Het gebied van de radarsensor Afbeelding148► mag niet door stickers, aanslag of iets dergelijks worden afgedekt, omdat deze de werking van de adaptive cruise control resp. de pre sense front kunnen belemmeren. Aanwijzingen voor het schoonmaken link►. Datzelfde geldt voor technische wijzigingen aan de voorkant.
In sommige rijsituaties is de werking van de adaptive cruise control resp. de pre sense front beperkt:
- Voertuigen kunnen pas dan worden herkend, als deze in het herkenningsbereik van de sensor zijn Afbeelding►.
- Voorliggers vlak voor u, versprongen rijdende of voor u invoegende voorliggers kunnen door het systeem slechts beperkt worden herkend.
- Moeilijk herkenbare objecten zoals bijvoorbeeld voor u rijdende tweewielers, wagens met een grote bodemvrijheid of uitstekende lading worden vaak pas laat of niet herkend.
- Bij het rijden in bochten link►.
- Bij stilstaande voertuigen link►.
Let ook bij ingeschakelde adaptive cruise control altijd op het verkeer. Als bestuurder bent u altijd verantwoordelijk voor het wegrijden, uw eigen snelheid en de afstand tot andere voertuigen. De adaptive cruise control is een ondersteunend systeem. Om een botsing te voorkomen, moet de bestuurder altijd zelf ingrijpen. De verantwoordelijkheid voor het tijdig remmen ligt altijd bij de bestuurder.
- Om veiligheidsredenen mag de adaptive cruise control op een bochtig traject, bij slecht wegdek en/of slechte weersomstandigheden (zoals gladheid, mist, grind, hevige regen en aquaplaning) niet worden gebruikt – gevaar voor ongevallen!
- Schakel de adaptive cruise control bij het rijden op opritten, afritten of bij wegwerkzaamheden tijdelijk uit. Daardoor voorkomt u dat de wagen ook in deze situaties naar de ingestelde snelheid accelereert.
- De adaptive cruise control remt niet zelfstandig, als u uw voet op het gaspedaal laat rusten. Dit laten rusten kan de snelheids- en afstandsregeling onderdrukken.
- De adaptive cruise control reageert niet op personen, dieren, kruisende of tegemoetkomende objecten.
- Reflecterende objecten, zoals vangrails of wanneer er een tunnel in wordt gereden, hevige regen en ijsvorming kunnen van invloed zijn op de werking van de radarsensor.
VOORZICHTIG
Schokken of beschadigingen aan de bumper, wielkuip en onderkant van de wagen kunnen de sensor verstellen. Daardoor kan de adaptive cruise control worden belemmerd. Laat de functionaliteit door een (Audi-)specialist controleren.