Bij het rijden met aanhangwagen moet u bijzonder voorzichtig zijn.
Snelheid
Met een aanhangwagen niet sneller dan 80 km/h rijden. Als de aanhangwagen met een aanhangwagenstabilisator is uitgerust, mag u maximaal 100 km/h rijden. Houd ook rekening met afwijkende landspecifieke voorschriften.
Bij toenemende snelheid neemt de rijstabiliteit van de wagen met aanhangwagen af. Daarom bij slecht wegdek, slecht weer en/of veel wind onder de wettelijk voorgeschreven maximumsnelheid blijven. Dit geldt vooral voor hellingen.
In elk geval de snelheid direct verlagen, zodra u ook maar de minste slingerbeweging van de aanhangwagen bemerkt. Probeer in geen geval de wagen met aanhangwagen weer recht te krijgen door te accelereren.
Bij een lege wagen en een beladen aanhangwagen is de gewichtsverdeling heel ongunstig. Als u toch met deze combinatie moet rijden, rijd dan heel langzaam.
Remmen
Op tijd remmen! Vóór afdalingen terugschakelen, zodat de remwerking van de motor kan worden gebruikt ►.
Bij gebruik van een aanhangwagen met oplooprem eerst zacht remmen, dan stevig. Zo voorkomt u remstoten door blokkerende wielen van de aanhangwagen.
Koelvloeistoftemperatuur
Let vooral bij hoge buitentemperaturen en langere hellingen op de koelvloeistoftemperatuurmeter link►. Tijdig naar de volgende versnelling opschakelen.
Elektronische stabiliseringscontrole (ESC)
De ESC - vooral met aanhangwagenstabilisator link► - maakt het gemakkelijker om een uitbrekende of slingerende aanhangwagen te stabiliseren. De ESC daarom altijd ingeschakeld houden.